ECLI:NL:GHARL:2024:949

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
6 februari 2024
Publicatiedatum
9 februari 2024
Zaaknummer
200.334.907
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek voorlopig getuigenverhoor in aansprakelijkheidskwestie na instorting verdiepingsvloer

In deze zaak heeft Allianz Benelux N.V. op 20 november 2023 een verzoekschrift ingediend voor het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van een incident waarbij een verdiepingsvloer in een fabriekspand van Frieslandcampina Domo B.V. is ingestort, wat heeft geleid tot ernstig letsel van een medewerker van een onderaannemer. Allianz, als aansprakelijkheidsverzekeraar van de onderaannemer, heeft Campina aansprakelijk gesteld voor de schade, omdat de sloop is uitgevoerd op basis van een ondeugdelijk sloopplan dat niet voorzag in onderstempeling van de vloer. De rechtbank Midden-Nederland heeft Allianz in een eerdere procedure in het ongelijk gesteld, waarna Allianz hoger beroep heeft ingesteld.

Tijdens de procedure heeft Campina aangegeven geen verweer te voeren. Allianz heeft getuigen willen horen om haar bewijspositie te versterken. Het hof heeft het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toegewezen, omdat aan de wettelijke vereisten is voldaan en er geen afwijzingsgronden zijn aangetoond. Het hof heeft bepaald dat het verhoor zal plaatsvinden voor de raadsheer-commissaris mr. A.J.J. van Rijen in Arnhem, waarbij partijen aanwezig moeten zijn om vragen te kunnen stellen aan de getuigen. Allianz moet de namen en woonplaatsen van de getuigen tijdig aan de wederpartij en de griffier doorgeven, en een kopie van de beschikking aan Campina sturen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.334.907
beschikking van 6 februari 2024
in de zaak van
Allianz Benelux N.V.
die is gevestigd in Rotterdam
verzoekster
hierna: Allianz
advocaat: mr. D.G. Rosenquist-Mulders
tegen:
Frieslandcampina Domo B.V.
die is gevestigd in Amersfoort
verweerster
hierna: Campina
advocaat: mr. M.F. Hulsebosch

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Allianz heeft op 20 november 2023 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor.
1.2.
Mr. Hulsebosch heeft per e-mail van 10 januari 2024 aan het hof meegedeeld dat Campina geen verweer zal voeren in de procedure.
1.3.
Partijen hebben beide afgezien van een mondelinge behandeling van het verzoek.

2.De kern van de zaak

2.1.
Tijdens sloopwerkzaamheden in een fabriekspand van Campina is een verdiepingsvloer ingestort. Daarbij heeft een medewerker van een bij de sloop betrokken onderaannemer ( [de onderaannemer1] B.V.) ernstig letsel opgelopen. Allianz heeft het slachtoffer, als aansprakelijkheidsverzekeraar van [de onderaannemer1] B.V., schadeloos gesteld. Volgens Allianz is Campina (kwalitatief) aansprakelijk voor de schade, omdat de sloop is uitgevoerd op basis van een door (een ondergeschikte van) Campina goedgekeurd ondeugdelijk sloopplan dat niet voorzag in onderstempeling van de ingestorte vloer.
2.2.
Allianz heeft het geschil voorgelegd aan de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht (hierna: de rechtbank) en onder meer gevorderd dat Campina wordt veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding (van € 579.834,31). De rechtbank heeft Allianz bij eindvonnis van 7 juni 2023 in het ongelijk gesteld. Allianz is het daar niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld. Zij heeft Campina gedagvaard bij dit hof te verschijnen op 5 december 2023. Omdat is verzuimd de zaak voor die datum aan te brengen bij het hof, heeft Allianz een herstelexploot uitgebracht waarbij Campina is opgeroepen tegen 9 april 2024.
2.3.
Allianz wil getuigen laten horen om haar bewijspositie te kunnen beoordelen en haar proceskansen in hoger beroep te kunnen inschatten.

3.De motivering van de beslissing

3.1.
Het verzochte voorlopig getuigenverhoor ziet op de totstandkoming van het ten tijde van het ongeval gebruikte sloopplan en de rol van Campina daarbij. In aanloop naar de sloopwerkzaamheden zijn twee sloopplannen opgesteld. Eén van die sloopplannen voorzag in de onderstempeling van de verdiepingsvloer. Volgens Allianz heeft Campina specifiek voorgeschreven dat de vloer gesloopt moest worden op basis van het door Campina opgestelde sloopplan dat niet voorzag in onderstempeling van de vloer, hetgeen tot gevolg heeft gehad dat de vloer kon instorten. Volgens Campina heeft een onderaannemer ( [de onderaannemer2] B.V.) beide sloopplannen opgesteld en is (de veiligheidsdeskundige van) Campina daar niet bij betrokken geweest. Allianz stelt dat de volgende getuigen kunnen verklaren over feiten en omstandigheden die voor de procedure in hoger beroep mogelijk van belang zijn:
Naam
Hoedanigheid
Woonplaats
1
[naam1]
Werknemer [de onderaannemer1] B.V.
Aalten
2
[naam2]
Vertegenwoordiger [de onderaannemer1] B.V.
Aalten
3
[naam3]
Bedrijfsleider [de onderaannemer1] B.V.
Bredevoort
3.2.
Het hof zal het verzoek toewijzen, nu is voldaan aan de wettelijke vereisten, neergelegd in artikel 186 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) en niet is gebleken van enige afwijzingsgrond (zoals misbruik van bevoegdheid, strijd met de goede procesorde of onvoldoende belang).
3.3.
Het hof ziet in dit stadium geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4.De beslissing

Het hof:
4.1.
wijst het verzoek van Allianz tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toe;
4.2.
bepaalt dat een voorlopig getuigenverhoor zal worden gehouden voor het horen van – in ieder geval – de in rechtsoverweging 3.1. genoemde getuigen;
4.3.
bepaalt dat het verhoor van die getuigen – en overige getuigen voor zover daarvoor toestemming wordt verleend door de raadsheer-commissaris – zal plaatsvinden voor het tot raadsheer-commissaris benoemde lid van het hof mr. A.J.J. van Rijen, die zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Walburgstraat 2-4 in Arnhem op een nog vast te stellen dag en tijdstip;
4.4.
bepaalt dat partijen zelf bij het getuigenverhoor aanwezig dienen te zijn, zodat hen naar aanleiding van de getuigenverklaringen vragen kunnen worden gesteld;
4.5.
bepaalt dat Allianz de verhinderdagen van partijen, van hun advocaten en van de getuigen in de maanden
maart tot en met juni 2024zal opgeven uiterlijk
één weekna uitspraak van deze beschikking bij de handelsrekestengriffie van dit hof (Postbus 9030, 6800 EM te Arnhem). Daarna zal de datum en het tijdstip van de verhoren door de raadsheer-commissaris worden vastgesteld. In beginsel zal dan geen uitstel meer worden verleend in verband met verhinderingen;
4.6.
bepaalt dat Allianz overeenkomstig artikel 170 Rv de namen en woonplaatsen van de getuigen ten minste één week voor het verhoor aan de wederpartij en de griffier van het hof dient op te geven;
4.7.
bepaalt dat Allianz een kopie van deze beschikking aan Campina moet doen toekomen (conform artikel 188 lid 1 Rv), binnen een week na uitspraak van deze beschikking.
Deze beschikking is gegeven door mrs. H.L. Wattel, K. Mans en M.S.A. van Dam en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 6 februari 2024.