ECLI:NL:GHARL:2024:845

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
5 februari 2024
Zaaknummer
P23/0201
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verpleging van de terbeschikkinggestelde en wijziging van voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 10 mei 2023. De rechtbank had bepaald dat de terbeschikkinggestelde van overheidswege zou worden verpleegd. Het hof heeft deze beslissing vernietigd en de vordering van het openbaar ministerie tot verpleging afgewezen. Het hof overweegt dat, hoewel de terbeschikkinggestelde in het verleden voorwaarden niet heeft nageleefd, er op dit moment voldoende mogelijkheden zijn om de terbeschikkingstelling met voorwaarden voort te zetten. De terbeschikkinggestelde neemt vrijwillig antipsychotische medicatie en er zijn mogelijkheden voor plaatsing in een forensische kliniek. Het hof wijzigt de voorwaarden, waaronder de voorwaarden voor opname in een zorginstelling en een time-out-opname. Het hof benadrukt de onzekerheid over de beschikbaarheid van een plek in een forensische kliniek en de noodzaak van een overbruggingsplaatsing indien nodig. De beslissing van het hof is gebaseerd op de belangen van de terbeschikkinggestelde en de veiligheid van anderen.

Uitspraak

TBS P23/0201
Beslissing van 25 januari 2024
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [plaats 1] op [datum] ,
verblijvende in het penitentiair psychiatrisch centrum (PPC) in [penitentiaire inrichting] ,
verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 10 mei 2023. Deze beslissing houdt in het bevel dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Het hof heeft gelet op de stukken zoals genoemd in de tussenbeslissing van het hof van 12 oktober 2023. Daarnaast heeft het hof gelet op:
– het proces-verbaal van de zitting van het hof van 28 september 2023;
– de tussenbeslissing van het hof van 12 oktober 2023;
– het advies van reclasseringsinstelling [naam instelling] van 11 december 2023;
– de e-mailberichten van reclasseringswerker [naam] van 9 en 10 januari 2024.
Het hof heeft ter zitting van 11 januari 2024 gehoord de advocaat-generaal, mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.A.I. Witlox, advocaat te Amsterdam. Tevens heeft het hof reclasseringswerker [naam] gehoord als deskundige.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
In de strafzaak is door gedragsdeskundigen oplegging van een terbeschikkingstelling met voorwaarden geadviseerd. Het reclasseringsrapport van 29 maart 2023 bevat alleen maar positieve opmerkingen. Kort daarna volgde de impulsieve onttrekking van de terbeschikkinggestelde, waarbij voor ogen moet worden gehouden dat er tijdens de onttrekking verder niets is gebeurd. De onttrekking was fout, maar het is opmerkelijk dat het reclasseringsrapport van 31 maart 2023 zo veel negatiever is over de terbeschikkinggestelde dan het rapport van twee dagen eerder. In de stukken wordt ook verwezen naar een eerdere onttrekking door de terbeschikkinggestelde, maar die vond al geruime tijd geleden plaats en bovendien in een ander juridisch kader.
Er zijn beslissingen van het hof bekend waarin een terbeschikkinggestelde die in de fout is gegaan nog een kans wordt geboden in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Het betreft onder meer ECLI:NL:GHARL:2022:7824 van 18 augustus 2022 en ECLI:NL:GHARL:2020:10418 van 29 oktober 2020. Door de terbeschikkinggestelde niet te gaan bezoeken, heeft de reclassering een magere invulling gegeven aan de opdracht van het hof in de tussenbeslissing van 12 oktober 2023. Gelukkig is wel informatie ingewonnen bij het PPC waarin de terbeschikkinggestelde verblijft en waar hij het goed doet. Als het hof beslist tot voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden, is er de keuze tussen plaatsing in een FPA en plaatsing in een FPK. Wellicht is een FPA passender, maar een FPK biedt een hoger beveiligingsniveau. De terbeschikkinggestelde vindt het prima om te worden geplaatst in [FPK] . Hij is zich ervan bewust dat als hij stopt met het gebruik van antipsychotische medicatie, dit kan leiden tot psychotische problematiek. Dat wil hij voorkomen.
Dan is er nog het punt hoe de feitelijke plaatsing in [FPK] het beste kan worden georganiseerd. Uit de e-mail van reclasseringswerker [naam] van 10 januari 2024 blijkt dat een plek zou vrijkomen op 15 januari 2024, maar ook dat die plek kort na die mededeling alweer aan iemand anders is toebedeeld. De huidige verwachting lijkt te zijn dat in de week van 5 februari 2024 weer een plek vrijkomt. De terbeschikkinggestelde is bereid wat langer te wachten op een plek in [FPK] .
Concluderend heeft de raadsman bepleit dat het hof de vordering van het openbaar ministerie zal afwijzen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
In 2022 is de terbeschikkinggestelde veroordeeld tot een terbeschikkingstelling met voorwaarden, onder meer voor een diefstal met geweld. De terbeschikkinggestelde is voor de indexdelicten ontslagen van alle rechtsvervolging omdat hij die heeft begaan in een psychotische toestand. In maart 2023 is de terbeschikkinggestelde vertrokken uit de kliniek in [plaats 2] en een aantal dagen later is hij in België aangehouden. In de beslissing waarvan beroep staat dat de terbeschikkinggestelde zijn problematiek ontkent en dat eerder sprake is geweest van een onttrekking door naar het buitenland te gaan. Verder staat in die beslissing dat medicatiegebruik enige tijd alleen mogelijk was onder dwang. Ook blijkt uit de stukken dat het recidivegevaar nauw samenhangt met het ontkennen van zijn stoornis en met het feit dat hij geen opening van zaken geeft over zijn psychotische belevingen. De terbeschikkinggestelde heeft zich niet gehouden aan de voorwaarde betreffende een opname in een zorginstelling en is enige tijd niet bereikbaar geweest voor de reclassering. Daarbij is relevant dat volgens de reclassering de onttrekking volstrekt onverwacht kwam en dat de terbeschikkinggestelde dus onvoorspelbaar is. Bij een onttrekking in combinatie met het stoppen van het medicatiegebruik is er een reële kans op psychotische decompensatie en daarmee op een nieuw ernstig strafbaar feit.
De druk op de tbs-keten is groot, waardoor het moeilijk is om op voorhand de mogelijkheden voor overbruggingsplaatsen in kaart te brengen. Wat betreft het openbaar ministerie is een overbruggingsplaats echter niet aan de orde en zal het hof beslissen dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd. Een succesvolle terbeschikkingstelling met voorwaarden vereist dat de betrokkene daartoe zowel bereid als in staat is. De vereiste bereidheid is wellicht wel aanwezig bij de terbeschikkinggestelde, maar bij het openbaar ministerie ontbreekt het vertrouwen dat hij ook tot een terbeschikkingstelling met voorwaarden in staat is. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering die ertoe strekt dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd. De beslissing van de rechtbank dient te worden bevestigd.
Het oordeel van het hof
Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank, omdat het hof – anders dan de rechtbank – beslist tot afwijzing van de vordering van het openbaar ministerie die ertoe strekt dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd. Hiertoe overweegt het hof het volgende.
De terbeschikkinggestelde is bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 augustus 2022 veroordeeld tot een terbeschikkingstelling met voorwaarden, waarbij een klinische behandeling deel uitmaakt van de gestelde voorwaarden. Op 15 december 2022 is de terbeschikkinggestelde geplaatst op forensisch psychiatrische afdeling (FPA) [naam kliniek 2] in [plaats 2] . Op 30 maart 2023 heeft de terbeschikkinggestelde zich aan de tenuitvoerlegging van de terbeschikkingstelling onttrokken door naar België te gaan, waar hij op 4 april 2023 is aangehouden. Tijdens die onttrekking heeft de terbeschikkinggestelde softdrugs gebruikt. De onttrekking heeft geleid tot een voortijdige beëindiging van de behandelpoging in de FPA in [plaats 2] . Met de onttrekking en het softdrugsgebruik heeft de terbeschikkinggestelde een aantal van de gestelde voorwaarden niet nageleefd. Ook in 2020 heeft de terbeschikkinggestelde zich onttrokken aan het toezicht van de reclassering door naar het buitenland te gaan. Dit gebeurde in een ander juridisch kader dan de onderhavige terbeschikkingstelling.
Bij tussenbeslissing van 12 oktober 2023 heeft het hof de stukken in handen gesteld van de advocaat-generaal met de opdracht de reclassering een onderzoek te laten verrichten. Het hof wenste in het bijzonder te worden geïnformeerd over de (on)mogelijkheden tot voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Daarbij heeft het hof specifiek aandacht gevraagd voor het scenario waarin de terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt voortgezet met een plaatsing van de terbeschikkinggestelde in een forensisch psychiatrische kliniek (FPK) die aansluit op zijn huidige verblijf in het PPC.
Deze opdracht heeft geleid tot het reclasseringsadvies van 11 december 2023, dat onder meer het volgende inhoudt. De reclassering heeft contact gelegd met de werkeenheid Indicatiestelling Forensische Zorg van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (hierna: NIFP/IFZ), waarop NIFP/IFZ een indicatie heeft afgegeven voor plaatsing van de terbeschikkinggestelde in een FPK. Vervolgens is de Dienst Individuele Zaken (DIZ) van het ministerie van Justitie en Veiligheid op zoek gegaan naar een kliniek die bereid is de terbeschikkinggestelde op te nemen. De terbeschikkinggestelde is onder meer aangemeld bij [kliniek] , maar is daar afgewezen. Verder is de terbeschikkinggestelde aangemeld bij [FPK] , welke kliniek heeft laten weten bereid te zijn de terbeschikkinggestelde op te nemen in het geval de rechter beslist tot een behandeling van de terbeschikkinggestelde in een FPK. In afwachting van die beslissing kan echter geen opnamedatum worden afgegeven.
Verder houdt het advies van 11 december 2023 in dat de reclassering blijft bij het eerder gegeven advies, dat ertoe strekt dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege wordt verpleegd. De terbeschikkinggestelde houdt zich in het PPC aan de regels die daar gelden en neemt zijn medicatie vrijwillig in. Binnen een gestructureerde omgeving achter gesloten deuren lijkt hij het goed te doen. De terbeschikkinggestelde heeft zich echter tot twee keer aan toe onttrokken aan bijzondere voorwaarden (één keer bij een voorwaardelijke veroordeling en één keer in het kader van de onderhavige terbeschikkingstelling met voorwaarden) door naar het buitenland te gaan. Het risico dat dit nog een keer gaat gebeuren bij voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden acht de reclassering nog steeds aanwezig. Daarom adviseert de reclassering om de terbeschikkinggestelde in het kader van een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te laten werken aan zijn beïnvloedbaarheid, verslaving dan wel het omgaan met psychotische symptomen.
In het e-mailbericht van 9 januari 2024 heeft de reclassering voorwaarden geformuleerd waaronder de terbeschikkingstelling met voorwaarden kan worden voortgezet, voor het geval het hof daartoe beslist.
Hoewel de terbeschikkinggestelde in de FPA in [plaats 2] de gestelde voorwaarden niet heeft nageleefd, ziet het hof (onder aanpassing van de voorwaarden) nog reële mogelijkheden om de terbeschikkingstelling met voorwaarden voort te zetten. Hierbij neemt het hof in aanmerking dat:
– de terbeschikkinggestelde in het PPC vrijwillig de voorgeschreven antipsychotische medicatie inneemt;
– de terbeschikkinggestelde aanvankelijk is geplaatst op een FPA, terwijl psycholoog Sahtoe op 8 juli 2022 heeft gerapporteerd dat een plaatsing in een FPK de meest wenselijke optie is;
– [FPK] bereid is de terbeschikkinggestelde op te nemen voor een tweede behandelpoging in het juridisch kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Tegen deze achtergrond is het hof van oordeel dat het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen op dit moment niet eist dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd. Dit brengt mee dat het hof de vordering van het openbaar ministerie afwijst.
Wijziging van de voorwaarden
In verband met de beoogde plaatsing van de terbeschikkinggestelde in [FPK] wijzigt het hof de voorwaarde die betrekking heeft op een opname in een zorginstelling. Conform het voorstel van reclassering wordt de formulering van deze voorwaarde afgestemd op een plaatsing in [FPK] .
Daarnaast wijzigt het hof de voorwaarde die betrekking heeft op een time-out-opname. Conform de beslissing van het hof van 15 december 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:10739, wordt de voorwaarde zo geformuleerd dat zij betrekking heeft op een time-out-plaatsing op basis van vrijwilligheid. Voor een onvrijwillige time-out-plaatsing biedt artikel 6:6:10a van het Wetboek van Strafvordering een grondslag.
Verder brengt het hof een aantal redactionele wijzigingen aan in de formulering van de voorwaarden.
Overweging over onzekerheid m.b.t. de datum van plaatsing in een forensische kliniek
Ten slotte overweegt het hof nog het volgende. Met de onderhavige beslissing tot afwijzing van de vordering van het openbaar ministerie eindigt de grondslag voor het verblijf van de terbeschikkinggestelde in [penitentiaire inrichting] , welk verblijf gebaseerd is op het bevel van de rechter-commissaris van 28 april 2023 tot de voorlopige verpleging van de terbeschikkinggestelde. De insteek is dat de terbeschikkinggestelde zo snel mogelijk wordt geplaatst in [FPK] (of een soortgelijke instelling). Op dit moment is echter nog niet bekend wanneer de terbeschikkinggestelde in die kliniek terecht kan, aangezien in forensische klinieken geen plekken worden vrijgehouden in afwachting van de rechterlijke beslissing die de basis kan vormen voor een opname waartoe een kliniek zich bereid heeft verklaard. Indien de terbeschikkinggestelde vanuit [penitentiaire inrichting] niet onmiddellijk terecht kan in [FPK] , wat een reële mogelijkheid is, is een zogenoemde overbruggingsplaatsing nodig in een andere kliniek. Ook voor overbruggingsplaatsingen geldt echter dat geen plekken worden vrijgehouden in afwachting van de rechterlijke beslissing die daarvoor de basis kan vormen. Dit brengt mee dat het hof op dit moment niet de zekerheid heeft dat de terbeschikkinggestelde na zijn ontslag uit [penitentiaire inrichting] onmiddellijk terecht kan in de beoogde kliniek dan wel voor een overbruggingsplaatsing kan worden opgenomen in een andere kliniek.
Het hof heeft de optie overwogen om deze beslissing aan te houden tot de datum waarop, gegeven de huidige wachtlijst, naar verwachting een plek zal vrijkomen in [FPK] . Dit om te bewerkstelligen dat de terbeschikkinggestelde vanuit [penitentiaire inrichting] direct in [FPK] kan worden geplaatst. Het hof ziet daar echter van af, omdat (zoals eerder overwogen) een dergelijke plek niet voor de terbeschikkinggestelde kan worden gereserveerd en er een reële kans bestaat dat een mogelijk vrijgekomen plek op het moment van voortzetting van de behandeling van de zaak niet meer beschikbaar is.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 10 mei 2023 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde, [terbeschikkinggestelde] .
Wijst af de vordering van het openbaar ministerie die ertoe strekt dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Wijzigt de voorwaarden (zoals gesteld bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 augustus 2022) waardoor de voorwaarden als volgt komen te luiden.
Geen strafbare feiten plegen
– De terbeschikkinggestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.

Medewerking verlenen aan het reclasseringstoezicht

– De terbeschikkinggestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering of op een andere door de reclassering bepaalde locatie. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
– De terbeschikkinggestelde laat één of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien.
– De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de terbeschikkinggestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
– De terbeschikkinggestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is.
– De terbeschikkinggestelde werkt mee aan huisbezoeken.
– De terbeschikkinggestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
– De terbeschikkinggestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
– De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de terbeschikkinggestelde, als dat van belang is voor het toezicht.

Opname in een zorginstelling

– De terbeschikkinggestelde wordt verplicht zich op te laten nemen in [FPK] of een soortgelijke instelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Mocht een overbruggingsplaatsing naar een FPK nodig worden geacht, dan dient de terbeschikkinggestelde hieraan mee te werken. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de terbeschikkinggestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
– Als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een forensisch psychiatrisch centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.

Ambulante behandeling

– De terbeschikkinggestelde werkt mee aan een behandeling door het Forensisch ACT van [zorginstelling] of soortgelijke instelling. De behandeling start aansluitend aan de klinische periode. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.

Huisvesting

– De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het vinden en behouden van passende huisvesting, ook als dat inhoudt beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.

Werk/dagbesteding

– De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het vinden van passend werk dan wel een zinvolle dagbesteding (indien nodig), waarbij rekening gehouden wordt met zijn draagkracht en draaglast.

Sociaal netwerk en relaties

– De terbeschikkinggestelde geeft openheid over zijn sociale netwerk en relaties.

Financiën

– De terbeschikkinggestelde werkt mee aan bewindvoering, geeft inzage in zijn financiële situatie en werkt, indien door de reclassering geïndiceerd, mee aan een schuldsaneringstraject.

Drugs- en alcoholverbod

– De terbeschikkinggestelde onthoudt zich gedurende de looptijd van de tbs-maatregel van het gebruik van harddrugs, softdrugs en alcohol. De terbeschikkinggestelde werkt mee aan urine- en ademanalysecontroles indien de toezichthouder een dergelijke controle geïndiceerd acht.

Contact- en locatieverbod

– De terbeschikkinggestelde heeft of zoekt op geen enkele wijze – direct of indirect –contact met de slachtoffers in onderhavige strafzaak of met andere medewerkers van [daklozenopvang] , zolang het openbaar ministerie dit verbod nodig vindt. Het contactverbod dient gecontroleerd te worden door de politie. Wanneer de slachtoffers open staan voor herstelbemiddeling, dan dient dit niet eerder plaats te vinden dan tijdens de klinische behandeling.
– De terbeschikkinggestelde bevindt zich niet binnen 100 (honderd) meter van de winkel [winkel] ( [adres 1] ) en de daklozenopvang [daklozenopvang] ( [adres 2] ). Het locatieverbod dient gecontroleerd te worden door de politie.
Aldus gedaan door
mr. W.A. Holland, voorzitter,
mr. M. Keppels en mr. O.O. van der Lee, raadsheren,
drs. I. van Outheusden en drs. I.A.M. Breukel, raden,
in tegenwoordigheid van mr. D. van der Geld, griffier,
en op 25 januari 2024 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.