Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2018, die onder toezicht is gesteld van de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Noord. De vader van de minderjarige is in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van de kinderrechter van 8 november 2023, waarin een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie jeugdhulpaanbieder werd verleend. De vader verzocht het hof om deze machtiging te vernietigen en de minderjarige bij zijn grootouders te plaatsen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 11 januari 2024 werd duidelijk dat de GI niet in staat was geweest om een geschikte plek voor de uithuisplaatsing te vinden. De moeder van de minderjarige gaf aan dat zij de thuissituatie niet meer volhield en dat er grote zorgen waren over de ontwikkeling van de minderjarige, die al veelvuldig was blootgesteld aan onveilige situaties. Het hof oordeelde dat, gezien de instemming van alle betrokkenen, de minderjarige bij haar grootouders geplaatst kon worden, mits er aan bepaalde voorwaarden werd voldaan, zoals intensieve hulpverlening en een netwerkonderzoek.
Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter gedeeltelijk bekrachtigd en de machtiging tot uithuisplaatsing vernietigd, waarbij de plaatsing bij de grootouders werd goedgekeurd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen.