In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek van de moeder om haar alleen met het gezag over de kinderen te belasten en om vervangende toestemming te verlenen voor een verhuizing naar Amerika. De moeder en de vader zijn de ouders van twee minderjarigen, die sinds juni 2024 geen contact meer hebben met de vader. Het hof oordeelt dat een verhuizing naar Amerika het herstel van contact tussen de vader en de kinderen in de weg zal staan. De moeder heeft eerder verzocht om eenhoofdig gezag, maar dit verzoek is in eerdere procedures afgewezen. De rechtbank Gelderland had op 19 maart 2024 de verzoeken van de moeder afgewezen, waarop zij in hoger beroep ging. Het hof heeft de argumenten van beide ouders en de raad voor de kinderbescherming in overweging genomen. De raad adviseerde om het verzoek van de moeder af te wijzen, gezien de zorgelijke situatie van het contactverlies tussen de vader en de kinderen. Het hof volgt dit advies en wijst het verzoek van de moeder af, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. De beslissing van de rechtbank wordt bekrachtigd.