ECLI:NL:GHARL:2024:7936
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontslag bewindvoerder en benoeming opvolgend bewindvoerder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de rechthebbende om de huidige bewindvoerder, [verweerster], te ontslaan en [naam1] te benoemen als opvolgend bewindvoerder. De rechthebbende was het niet eens met de eerdere beslissing van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, die op 12 maart 2024 het verzoek tot ontslag had afgewezen. De rechthebbende voerde aan dat er gewichtige redenen waren voor ontslag, maar het hof oordeelde dat deze redenen niet voldoende waren onderbouwd. Het hof concludeerde dat de klachten van de rechthebbende over de bewindvoerder niet leidden tot de conclusie dat er sprake was van fouten of tekortkomingen die een ontslag rechtvaardigden. De rechthebbende gaf aan dat de omgang met de huidige bewindvoerder als formeel werd ervaren en dat zij liever had dat [naam1] de bewindvoering op zich nam. Het hof benadrukte echter dat de huidige bewindvoerder zijn taken naar behoren uitvoert en dat de onderbewindstelling bepaalde beperkingen met zich meebrengt. Het hof bekrachtigde de beschikking van de kantonrechter en wees het verzoek van de rechthebbende af. Tevens werd opgemerkt dat er twijfels waren over de geschiktheid van [naam1] als opvolgend bewindvoerder, gezien de gang van zaken rondom het verzoek tot ontslag.