ECLI:NL:GHARL:2024:7855

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
21-005353-23
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van diefstallen en poging tot diefstal met toepassing van meerderjarigenstrafrecht

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland. De verdachte, die aanvankelijk als minderjarig werd beschouwd, is veroordeeld voor twee diefstallen en een poging tot diefstal. Tijdens de procedure in hoger beroep is de ware identiteit van de verdachte bekend geworden, waardoor het hof het meerderjarigenstrafrecht toepaste. De kinderrechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een jeugddetentie van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk. Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter vernietigd en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal uit een auto en een poging tot diefstal uit een woning, wat als ernstige feiten worden beschouwd die veel overlast veroorzaken. Het hof heeft ook rekening gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf is afgewezen, omdat de opgelegde jeugddetentie al was uitgevoerd. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen en de beslissing is genomen in het belang van de rechtsorde en de veiligheid van de samenleving.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005353-23
Uitspraak d.d.: 20 december 2024
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 13 november 2023 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 05-250045-23 en 05-122756-23, 05-207461-22, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissingen op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummers 10-164403-22, 13-132588-22, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1999,
Zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Zich voorheen noemende:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 2006,
wonende te [postcode] [plaats] , [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 16 april 2024 en 10 december 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. E.J.M.J. Damen, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De kinderrechter heeft verdachte wegens – kort gezegd – diefstal met braak, diefstal en een poging tot diefstal door middel van inklimming veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van vier maanden waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De vorderingen tot tenuitvoerlegging zijn door de kinderrechter toegewezen, waarbij de vordering met parketnummer 13-132588-22 is omgezet in een jeugddetentie voor de duur van 7 dagen.
Verdachte is vrijgesproken van het aan hem onder parketnummer 05-122756-23 tenlastegelegde. Het hoger beroep is beperkt ingesteld, waardoor deze feiten in hoger beroep niet meer aan de orde zijn.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 05-250045-23:
1.
hij op of omstreeks 28 september 2023 te [pleegplaats]
- een (factuur)boekje, en/of
- een deodorant,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen voornoemde goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
2.
hij in of omstreeks de periode van 27 september 2023 tot en met 28 september 2023 te [pleegplaats]
- een portemonnee, en/of
- een rijbewijs, en/of
- een ( Roemeense ) identiteitskaart, en/of
- een ( Roemeens ) biljet, en/of
- één of meerdere pasje(s), en/of
- één of meerdere sleutel(s),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Zaak met parketnummer 05-207461-22 (gevoegd):
1.
hij op of omstreeks 25 juni 2022 te [pleegplaats] , [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een of meer pijnstillers, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, door een raam is geklommen en/of een verbandtrommel heeft geopend, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 05-250045-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 05-207461-22 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 05-250045-23:
1.
hij op
of omstreeks28 september 2023 te [pleegplaats]
- een (factuur)boekje, en
/of
- een deodorant,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [benadeelde 1] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of dat/die weg te nemen voornoemde goed(eren) onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van braak
, verbreking en/of inklimming.
2.
hij in
of omstreeksde periode van 27 september 2023 tot en met 28 september 2023 te [pleegplaats]
- een portemonnee, en
/of
- een rijbewijs, en
/of
- een ( Roemeense ) identiteitskaart, en
/of
- een ( Roemeens ) biljet, en
/of
-
één of meerderepasje
(s
), en
/of
-
één of meerderesleutel
(s
),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Zaak met parketnummer 05-207461-22 (gevoegd):
1.
hij op
of omstreeks25 juni 2022 te [pleegplaats] , [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een of meer pijnstillers, in elk geval enig goed, dat
/die geheel of ten deleaan [benadeelde 3] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van
braak, verbreking en/ofinklimming, door een raam is geklommen en
/ofeen verbandtrommel heeft geopend, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 05-250045-23 onder 1 bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Het in de zaak met parketnummer 05-250045-23 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
diefstal.
Het in de zaak met parketnummer 05-207461-22 bewezenverklaarde levert op:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
De raadsman heeft verzocht te volstaan met een straf die gelijk is aan de periode die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en heeft tevens gelet op de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen en vindt daarin de redenen tot oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van de hierna aan te geven duur.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee diefstallen uit een auto en een poging tot diefstal uit een woning. Dit zijn ergerlijke feiten die veel overlast opleveren voor de betrokkenen. Verdachte laat met zijn handelen zien geen respect te hebben voor het eigendomsrecht van een ander. Daarnaast moet een ieder zich veilig kunnen voelen in de eigen woning. Het hof rekent verdachte dit aan.
Het hof heeft daarnaast acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 10 december 2024 (overlegd door de advocaat-generaal), waaruit blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Ten tijde van de behandeling bij de kinderrechter stond verdachte nog bekend onder het door hem gebruikte alias. Daardoor ging men er vanuit dat verdachte minderjarig was en is het jeugdstrafrecht toegepast. Tijdens de procedure in hoger beroep is de ware identiteit van verdachte bekend geworden en is gebleken dat hij meerderjarig was ten tijde van de bewezenverklaarde feiten en derhalve ten onrechte is veroordeeld volgens het jeugdstrafrecht. Het hof zal daarom een straf opleggen die volgens de richtlijnen in het meerderjarigenstrafrecht past bij de bewezenverklaarde feiten.
Alles afwegende acht het hof de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met aftrek van voorarrest passend en geboden.

Vordering tenuitvoerlegging

Parketnummer 10-164403-22
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de bij vonnis van 9 september 2022, parketnummer 10-164403-22, voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie al ten uitvoer is gelegd. Het openbaar ministerie zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering.
Parketnummer 13-132588-22
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank te Gelderland van 10 juni 2022 opgelegde voorwaardelijke werkstraf van 20 uren subsidiair 10 dagen vervangende jeugddetentie, parketnummer 13-132588-22. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom kan de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden bevolen.
Op grond van hetgeen omtrent de veroordeelde ter terechtzitting is gebleken, zal het hof in plaats van een bevel tot tenuitvoerlegging van deze werkstraf een vrijheidsstraf van na te melden duur bevelen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 45, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 05-250045-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 05-207461-22 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 05-250045-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 05-207461-22 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tenuitvoerlegging, met parketnummer 10-164403-22.
Beveelt in plaats van de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland van 10 juni 2022 met parketnummer 13-132588-22, te weten een taakstraf 20 uren subsidiair 10 dagen vervangende jeugddetentie een
jeugddetentievoor de duur van
7 (zeven) dagen.
Aldus gewezen door
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter,
mr. K.A.J.M. Wetzels en mr. R. Feunekes, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.M.G. van der Lee, griffier,
en op 20 december 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.