Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 21 juni 2021 te [plaats] terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straat] , als bestuurder een motorrijtuig, (bedrijfsauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
hij op of omstreeks 21 juni 2021 te [plaats] terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de [straat] , een motorrijtuig, (bedrijfsauto), heeft bestuurd.
Bewijsmiddelen
Overweging met betrekking tot het bewijs
(het hof begrijpt: [naam] ), omdat zij [verdachte]
(het hof begrijpt: verdachte)niet de sleutels moest geven. In deze verklaring impliceert zij dus dat verdachte over de sleutels van de auto beschikte en de persoon was met wie haar moeder in de auto zat. Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft [naam] verklaard dat zij in de auto zat met iemand anders dan verdachte, en dat de voordeur van de woning aan de [adres] te [plaats] nog open stond toen zij daar arriveerde. Deze verklaring strookt niet met de verklaring van [getuige] en ook niet met de waarneming van verbalisant [verbalisant] .
Bewezenverklaring
hij op 21 juni 2021 te [plaats] terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straat] , als bestuurder een motorrijtuig, (auto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
hij op 21 juni 2021 te [plaats] terwijl hij wist dat hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de [straat] , een motorrijtuig, (auto), heeft bestuurd;
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
3 (drie) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.