Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 23 april 2021 te [plaats] , met zijn stiefkind, althans een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin en/of een minderjarige dat aan zijn zorg of waakzaamheid is toevertrouwd, [benadeelde] , geboren op [geboortedatum] 2005, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , hebbende verdachte (telkens): - de mond en/of rug en/of billen en/of (tussen de) benen en/of vagina en/of de schaamstreek
hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 23 april 2021 te [plaats] , ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig stiefkind en/of een minderjarige dat aan zijn zorg of waakzaamheid is toevertrouwd, [benadeelde] , geboren op [geboortedatum] 2005, door (telkens) de mond en/of rug en/of billen en/of (tussen de) benen en/of vagina en/of de schaamstreek van die [benadeelde] te betasten en/of te kussen en/of te likken.
Bewijsoverwegingen
- Aangeefster heeft, nadat het seksuele misbruik door verdachte was begonnen toen aangeefster 14 jaar was, wel geprobeerd om onder de aanrakingen van verdachte uit te komen door eerst met haar hoofd buiten het bed te gaan hangen en dan verder te schuiven, zodat ze uit bed viel, waardoor verdachte stopte en vroeg of het wel ging.
- Aangeefster wilde niet dat verdachte seksuele handelingen bij haar verrichtte en zij wist dat het niet hoorde, maar zij vond het aan de andere kant ook leuk dat ze aandacht had van iemand.
- Als aangeefster tegen verdachte zei dat het niet hoorde, gaf verdachte aan dat ze het toch wel lekker vond en ging hij door. Aangeefster zette dan “een switch om” en beeldde zich dan in dat verdachte iemand anders was.
- Aangeefster durfde niet aan haar moeder te vertellen dat verdachte haar seksueel misbruikte omdat zij bang was dat het haar moeder zou breken omdat haar moeder gelukkig was in de relatie met verdachte.
Bewijsmiddelen
[het hof begrijpt: 2020]bij mij in therapie is. Nu was er een melding bij ons binnengekomen [de rechtbank begrijpt: op 25 april 2021] dat zij is betrapt door moeder terwijl ze met haar stiefvader in bed lag. [benadeelde] lag naakt in bed. Hij lag met zijn hoofd onder de dekens. Ik had therapie met [benadeelde] . Zij vertelde dat zij al twee jaar door stiefvader wordt misbruikt.
[het hof begrijpt: 2020]kregen we het over seksueel contact. Ik heb haar toen gevraagd of ze al seksueel actief was. [benadeelde] gaf aan dat dit zo was maar niet omdat ze dit wilde, maar omdat ze hiertoe gedwongen was. Ik heb er op doorgevraagd wie het was. Daar wilde [benadeelde] niets overtellen omdat het een bekende was. De gevolgen waren te groot. Het was een bekende die ze vaker tegenkwam. (...)
Bewezenverklaring
hij op meer momenten in de periode van 19 juni 2019 tot en met 23 april 2021 te [plaats] , met een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, [benadeelde] , geboren op [geboortedatum] 2005, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, telkens ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , hebbende verdachte:
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
32 (tweeëndertig) maanden.
8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 10.500,= (tienduizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 500,= (vijfhonderd euro) materiële schade en