Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 26 oktober 2017 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , (meermalen) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 2] ), (telkens) een hoeveelheid van ongeveer 1831 hennepplanten en/of 7476 hennepstekken en/of 129 moederplanten, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
[medeverdachte 1] en/of anderen in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 26 oktober 2017 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , met elkaar, althans één van hen, (meermalen) opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan de [adres 2] ) (telkens) een hoeveelheid van ongeveer 1831 hennepplanten en/of 7476 hennepstekken en/of 129 moederplanten, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 26 oktober 2017 te [pleegplaats] , in de gemeente [gemeente] , meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door: