Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
;
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, hebben partijen hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel, uitgesproken op 5 juli 2023. De zaak betreft de financiële afwikkeling van de beëindiging van de relatie tussen de voormalige samenlevers. Tijdens de procedure in hoger beroep hebben partijen, vertegenwoordigd door hun advocaten, een overeenkomst bereikt over de financiële afspraken. Dit werd bevestigd in een door beide advocaten ondertekende brief, die op 20 november 2024 aan het hof is overgelegd. In deze brief gaven partijen aan dat zij hun grieven introkken en dat de geplande mondelinge behandeling niet meer nodig was.
Het hof heeft besloten om de afspraken van partijen te honoreren en heeft de onderdelen 5.3, 5.7 en 5.8 van het bestreden vonnis vernietigd, aangezien deze niet meer in overeenstemming waren met de nieuwe afspraken. De overige onderdelen van het vonnis blijven in stand, omdat daar geen aanpassing of vernietiging voor nodig was. Het arrest is op 17 december 2024 openbaar uitgesproken door de rechters C. Coster, L. van Dijk en A.K. Oostlander-Vos, in aanwezigheid van de griffier.