ECLI:NL:GHARL:2024:7792
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid wsnp-verzoek door schuldenaar
In deze zaak heeft Hocar B.V. op 17 juli 2024 de rechtbank Overijssel verzocht om [appellant] in staat van faillissement te verklaren. Om dit verzoek af te wenden, heeft [appellant] op 30 juli 2024 een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp) ingediend. De rechtbank heeft [appellant] echter niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek, omdat hij niet de benodigde verklaring volgens artikel 285 Fw had aangeleverd. Ondanks een uitstel om de stukken aan te leveren, is [appellant] niet verschenen op de zitting van 14 oktober 2024 en heeft hij geen stukken ingediend. De rechtbank heeft op 28 oktober 2024 vonnis gewezen, waarin het ontbreken van de benodigde stukken als reden voor afwijzing werd genoemd.
[Appellant] heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, met de bedoeling alsnog toegelaten te worden tot de wsnp. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 december 2024 heeft [appellant] verklaard dat hij door ernstige gezondheidsproblemen niet in staat was om de benodigde stukken aan te leveren. Het hof heeft echter vastgesteld dat [appellant] ook in hoger beroep geen gegevens heeft verstrekt die volgens artikel 285 Fw vereist zijn. Hierdoor kon het hof geen oordeel vellen over zijn vermogens- en inkomenspositie.
Het hof heeft geconcludeerd dat er geen grond is om [appellant] opnieuw uitstel te verlenen, aangezien hij herhaaldelijk was gewezen op zijn verantwoordelijkheid om de benodigde stukken aan te leveren. Het hof heeft uiteindelijk het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het heeft overwogen dat de omstandigheden van [appellant] niet voldoende waren om zijn verzoek alsnog in behandeling te nemen.