Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster, verder te noemen: de vrouw,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 december 2024 een beschikking gegeven inzake een voorlopige voorziening voor partneralimentatie. De vrouw, die op een geheim adres woont, heeft een verzoek ingediend voor een bijdrage in haar levensonderhoud van € 2.422,- bruto per maand, ingaande per de datum van het verzoekschrift of de datum van de beschikking. De man, die in hoger beroep is gegaan tegen de echtscheiding en de nevenvoorzieningen, heeft verweer gevoerd en vroeg om afwijzing van het verzoek van de vrouw. De mondelinge behandeling vond plaats op 2 december 2024, waarbij de vrouw in persoon aanwezig was en de man vertegenwoordigd werd door zijn advocaat.
De feiten van de zaak zijn als volgt: partijen zijn in 2012 gehuwd en de rechtbank Midden-Nederland heeft op 2 mei 2024 de echtscheiding uitgesproken. De rechtbank heeft tevens bepaald dat de man € 2.379,- bruto per maand aan de vrouw moet betalen als partneralimentatie, met ingang van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. Aangezien de echtscheidingsbeschikking nog niet was ingeschreven op het moment van de mondelinge behandeling, waren partijen nog gehuwd. De vrouw heeft het hof verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat de man hoger beroep heeft ingesteld en de inschrijving van de echtscheiding nog niet aan de orde was.
Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw ontvankelijk is in haar verzoek tot voorlopige voorzieningen, aangezien de hoofdzaak aanhangig is. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw een netto besteedbaar inkomen heeft van € 3.513,- en een behoefte van € 5.473,- netto per maand, wat resulteert in een aanvullende behoefte van € 1.960,- netto per maand. Het hof heeft de draagkracht van de man beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet in de weg staat aan het geven van de voorlopige voorziening. Het hof heeft bepaald dat de man de vrouw een bijdrage van € 2.379,- per maand moet betalen, ingaande op 30 september 2024, tot de inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand.