Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, ingekomen op 8 april 2024, met producties;
- het verweerschrift, tevens houdende incidenteel hoger beroep, met producties;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep;
- een journaalbericht van mr. Van Baarle van 28 mei 2024 met een productie;
- een journaalbericht van mr. Van Baarle van 18 oktober 2024 met producties;
- de moeder met haar advocaat;
- de vader met zijn advocaat;
- een zittingsvertegenwoordigster van de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- tussen de ouders een co-ouderschapsregeling zal gelden, waarbij [de minderjarige] in oneven week bij de moeder zal verblijven en in de even week bij de vader, waarbij zondag om 19.00 uur het wisselmoment is en [de minderjarige] wordt gebracht door de ouder waar hij het laatst verbleef;
- de ouders de vakanties en (islamitische) feestdagen in onderling overleg bij helfte
5.De motivering van de beslissing
6.De slotsom
7.De beslissing
- tussen de ouders een co-ouderschapsregeling zal gelden, waarbij [de minderjarige] in oneven week bij de moeder zal verblijven en in de even week bij de vader, waarbij zondag om 19.00 uur het wisselmoment is en [de minderjarige] wordt gebracht door de ouder waar hij het laatst verbleef;
- de ouders de vakanties en (islamitische) feestdagen in onderling overleg bij helfte