Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks 20-03-2020 t/m 21-03-2020 te [plaats 1] , althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, te weten € 2.762,32, in elk geval een hoeveelheid geld, door
hij in of omstreeks 20-03-2020 t/m 21-03-2020, te [plaats 1] , althans in Nederland, een voorwerp, te weten een geldbedrag van € 2.762,32 euro, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van voornoemd geldbedrag gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
hij in of omstreeks 21-03-2020 t/m 23-03-2020 te [plaats 1] , althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, te weten € 2.831,74 en/of € 2.511,88, in elk geval een hoeveelheid geld, door
hij in of omstreeks 21-03-2020 t/m 23-03-2020 , te [plaats 1] , althans in Nederland, een of meer voorwerpen, te weten een geldbedrag van € 2.831,74 euro, en/of een geldbedrag van € 2.511,88 euro, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van voornoemde geldbedragen gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij in de periode van 20-03-2020 t/m 21-03-2020 te [plaats 1] , althans in Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, te weten € 2.762,32 door
hij in de periode van 21-03-2020 t/m 23-03-2020 te [plaats 1] , althans in Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, te weten €2831,74 en €2511,88, in elk geval een hoeveelheid geld, door
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 2.762,32 (tweeduizend zevenhonderdtweeënzestig euro en tweeëndertig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 5.343,63 (vijfduizend driehonderddrieënveertig euro en drieënzestig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.