Uitspraak
[geïntimeerde]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
- voor recht te verklaren dat partijen een vaste aanneemsom zijn overeengekomen van € 190.395,- inclusief btw en een bedrag van € 60.000,- aan meerwerk;
- [geïntimeerde] te veroordelen tot terugbetaling aan [appellante] van een bedrag van € 21.605,- zijnde het bedrag dat door haar onverschuldigd is betaald;
- voor recht te verklaren dat [geïntimeerde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst;
- voor recht te verklaren dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellante] ;
- [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 476.535,77 aan herstelkosten, dan wel een bedrag dat nader zal worden vastgesteld door een aan te stellen deskundige, dan wel een door het hof in goede justitie te bepalen bedrag;
- [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 13.589,-, zijnde het bedrag aan sanitair dat door [geïntimeerde] is ontvreemd;
- [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van €15.000,-, zijnde het bedrag aan schade aan de net gestorte betonnen vloer van [appellante] ;
- [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van een bedrag in goede justitie vast te stellen dan wel nader vast te stellen door een deskundige voor het aangaan van het bezwaren van haar hypotheek en het aangaan van de lening;
- een deskundige aan te stellen die de schade van [appellante] zal vaststellen;
- [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
3.Het oordeel van het hof
- Uit het kostenoverzicht blijkt onvoldoende dat dit door beide partijen is bedoeld als een aannemingsovereenkomst op basis van een vaste prijs. Dit komt door het gebrek aan detail, het feit dat [appellante] een conceptaannemingsovereenkomst toestuurde en het feit dat [geïntimeerde] heeft verklaard dat het kostenoverzicht enkel bedoeld was voor het verkrijgen van de financiering;
- Het is niet reëel om op basis van een schetsontwerp een vaste aanneemsom voor de bouw van een woonhuis te bepalen, waarbij de architect/bouwkundig tekenaar [naam1] heeft verklaard (in het voorlopig getuigenverhoor) dat op basis van een schetsplan een vaste prijsafspraak onmogelijk is;
- Het gebrek aan detail in het kostenoverzicht waarbij de nodige posten ontbreken, terwijl in de latere concept aannemingsovereenkomst substantieel lagere bedragen staan opgenomen voor de keuken en het sanitair;
- Het feit dat [geïntimeerde] iedere maand de door hem gemaakte kosten en gewerkte uren gespecificeerd heeft gefactureerd;
- Het verzoek van [appellante] om een kostenraming in november 2018;
- Het feit dat [appellante] , aanvankelijk zonder protest, substantieel meer heeft betaald dan wat er volgens haar is afgesproken. Als er daadwerkelijk een vaste aanneemsom zou zijn overeengekomen is het niet logisch dat [appellante] zonder dat op te merken duizenden euro's meer heeft betaald dan het (door [appellante] gestelde) overeengekomen bedrag;
- De omstandigheid dat [appellante] zelf leveranciers heeft benaderd en ook rechtstreeks heeft betaald en dat die betalingen mede zagen op materialen die in het kostenoverzicht zijn opgenomen;
- De omstandigheid dat deze bedragen apart en zonder protest door [appellante] zijn voldaan.
Als gevolg van het feit dat [appellante] de door haar verschuldigde facturen niet meer betaalde, was [geïntimeerde] echter gerechtigd om zijn werkzaamheden op te schorten. [appellante] heeft vervolgens een andere aannemer opdracht gegeven om de werkzaamheden af te ronden. Daarmee heeft zij [geïntimeerde] niet meer in de gelegenheid gesteld om, nadat zij hem zou hebben voldaan, zijn werk af te maken. In zoverre heeft zij de opdracht dan ook ingetrokken. Nu [appellante] op dat moment niet nauwkeurig heeft laten vastleggen wat op dat moment de staat van het door [geïntimeerde] verrichte werk was en wat er nog afgemaakt moest worden, moet ervan worden uitgegaan dat de door [geïntimeerde] gevorderde bedragen een redelijke vergoeding vormen voor zijn werkzaamheden. [appellante] heeft dat ook voor het overige onvoldoende gemotiveerd weersproken. Dit betekent dat de vorderingen van [geïntimeerde] tot betaling van zijn facturen moeten worden toegewezen. Dat geldt ook voor de factuur van de steiger van Waaijenberg, die [geïntimeerde] voor [appellante] heeft betaald en aan haar mocht doorberekenen.
“De aannemer is bij het aangaan of het uitvoeren van de overeenkomst verplicht de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. Hetzelfde geldt in geval van gebreken en ongeschiktheid van zaken afkomstig van de opdrachtgever, daaronder begrepen de grond waarop de opdrachtgever een werk laat uitvoeren, alsmede fouten of gebreken in door de opdrachtgever verstrekte plannen, tekeningen, berekeningen, bestekken of uitvoeringsvoorschriften.”