Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode gelegen tussen 1 januari 2007 tot en met 7 oktober 2007 te [plaats] meermalen, althans eenmaal (telkens), met [benadeelde] , geboren [geboortedatum] -1991 die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte meermalen, althans eenmaal (telkens),
Geldigheid van de dagvaarding
Vrijspraak van het primair tenlastegelegde
Overweging met betrekking tot het bewijs van het subsidiair tenlastegelegde
Bewezenverklaring
hij in de periode gelegen tussen maart 2007 tot en met juni 2007 te [plaats] meermalen met [benadeelde] , geboren op [geboortedag] 1991 , die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, meermalen, telkens zijn geslachtsdeel in de mond, anus en vagina van die [benadeelde] gebracht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 3.000,00 (drieduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 80,96 (tachtig euro en zesennegentig cent) aan materiële schadeaf.
€ 3.000,00 (drieduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
40 (veertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
30 juni 2007.