ECLI:NL:GHARL:2024:7518
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens noodweer na aanranding
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, maar veroordeeld tot een taakstraf voor het subsidiair tenlastegelegde. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Het hof heeft de zaak onderzocht op de zitting van 14 november 2024. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan de benadeelde, maar het hof oordeelde dat het beroep op noodweer van de verdachte slaagde. Het hof concludeerde dat de verdachte zich verdedigde tegen een wederrechtelijke aanranding door de benadeelde, die met kracht op de auto van de verdachte sloeg en probeerde de deur te openen. Het hof oordeelde dat de verdachte binnen de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit handelde door weg te rijden. Daarom sprak het hof de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde. De vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere straffen werden afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de tenlastelegging.