In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte is veroordeeld voor de mishandeling van een penitentiair inrichtingswerker, die plaatsvond op 12 januari 2023. De verdachte, die in een penitentiaire inrichting verbleef, weigerde mee te werken aan de instructies van de inrichtingswerker en heeft deze met kracht in het gezicht geslagen. Het hof heeft vastgesteld dat de mishandeling wettig en overtuigend bewezen is, en heeft het eerdere vonnis van de politierechter vernietigd. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken, maar het hof heeft een zwaardere straf opgelegd. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van drie jaren. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en het strafblad van de verdachte, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing zijn op het bewezenverklaarde.