ECLI:NL:GHARL:2024:7437

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
2 december 2024
Zaaknummer
21-002374-23
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake rijden onder invloed van alcohol met verbeurdverklaring van voertuig

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1957, werd beschuldigd van het besturen van een auto onder invloed van alcohol op 22 april 2021. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte een alcoholgehalte van 995 microgram per liter uitgeademde lucht had, wat aanzienlijk boven de toegestane limiet ligt. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een taakstraf van dertig uren, subsidiair vijftien dagen hechtenis, en had de in beslag genomen auto verbeurd verklaard.

Tijdens de zitting op 20 november 2024 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een taakstraf van dertig uren en verbeurdverklaring van de auto heeft gevorderd. De raadsman van de verdachte heeft geen verweer gevoerd tegen de strafoplegging. Het hof heeft de eerdere veroordelingen van de verdachte in overweging genomen, evenals zijn pogingen om zijn alcoholgebruik te matigen. Uiteindelijk heeft het hof besloten om de straf te wijzigen naar een geheel voorwaardelijke taakstraf van dertig uren met een proeftijd van drie jaren, en heeft het de verbeurdverklaring van de auto bevestigd.

Het hof heeft de beslissing om de auto te verbeurdverklaren gerechtvaardigd door te wijzen op de herhaalde overtredingen van de verdachte en de noodzaak om de verkeersveiligheid te waarborgen. De uitspraak benadrukt de ernst van rijden onder invloed en de gevolgen daarvan voor de verdachte, die eerder al meerdere keren voor soortgelijke feiten was veroordeeld.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002374-23
Uitspraak d.d.: 4 december 2024
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 4 mei 2023 met parketnummer 96-203708-21 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957,
wonende te [plaats] , [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 20 november 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de advocaat-generaal,
en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. P.L.E.M. Krauth, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter in de rechtbank Noord-Nederland heeft bij vonnis van 4 mei 2023 verdachte veroordeeld ter zake van hetgeen hem is tenlastegelegd tot een taakstraf voor de duur van dertig uren, subsidiair vijftien dagen hechtenis. Verder heeft de politierechter de in beslag genomen auto verbeurd verklaard.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 22 april 2021 te [plaats] , gemeente [gemeente] , als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 995 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 22 april 2021 te [plaats] , gemeente [gemeente] , als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 995 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994 (995ug/l).

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte ter zake van hetgeen hem is tenlastegelegd wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot de strafoplegging.
Oordeel van het hof
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Het hof heeft daarbij het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het besturen van een auto op de openbare weg, terwijl hij onder invloed van een fors meer dan toegestane hoeveelheid alcoholhoudende drank verkeerde. Door op deze wijze te handelen heeft hij de verkeersveiligheid in gevaar gebracht en zich onttrokken aan de verantwoordelijkheid die van een deelnemer aan het verkeer wordt verwacht. Dit valt verdachte te verwijten, temeer nu uit een verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 21 oktober 2024 is op te maken dat verdachte in 2020 en 2021 al driemaal eerder onder invloed van alcohol had gereden en daarvoor is veroordeeld door de politierechter op 15 oktober 2021. Artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht is van toepassing. Deze eerdere contacten met de politie hebben verdachte er kennelijk niet van weerhouden om op 22 april 2021 opnieuw onder invloed van alcohol aan het verkeer deel te nemen. Het hof is van oordeel dat de door de politierechter opgelegde straf in beginsel een goede, passende straf is.
Het hof heeft bij de stafoplegging gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte heeft zijn rijbewijs niet teruggekregen en heeft bewust de keuze gemaakt om geen gebruik meer te willen maken van een auto. Verdachte probeert verder zijn alcoholgebruik te matigen, mede gelet op zijn gezondheidsproblemen.
Het hof heeft bij de strafoplegging ten voordele van verdachte rekening gehouden met de beslissingen van het hof ten aanzien van de strafoplegging in een andere en gelijktijdig behandelde strafzaak van verdachte met parketnummer 21-002025-22. Alles afwegende zal het hof thans aan verdachte een geheel voorwaardelijke taakstraf voor de duur van dertig uren, subsidiair vijftien dagen hechtenis, met een proeftijd van drie jaren opleggen.
Een voorwaardelijke straf en een proeftijd van drie jaren dienen ook als stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden nog een keer de fout in te gaan.

Beslag

Op 22 april 2021heeft de politie een voertuig van verdachte in beslag genomen,
te weten een personenauto, merk Toyota [type auto] , voorzien van het kenteken [kenteken] .
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft de verbeurdverklaring van de in beslag genomen personenauto gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de vordering tot verbeurdverklaring van de auto af te wijzen, omdat deze beslissing niet evenredig is.
Oordeel van het hof
Het hof stelt vast dat uit het dossier blijkt dat verdachte voor de vierde keer in ongeveer een jaar tijd staande is gehouden voor het rijden onder invloed van alcohol. Een verbalisant heeft aan verdachte in de onderhavige strafzaak medegedeeld dat hij niet meer mocht gaan rijden, maar verdachte gaf aan dat hij prima kon rijden en was ook voornemens om weer te gaan rijden om zijn hond op te halen. Het hof acht de beslissing om de auto in beslag te nemen, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, proportioneel en zal de in beslaggenomen en nog niet teruggegeven auto verbeurdverklaren. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a en 63 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
personenauto, merk Toyota [type auto] , kenteken [kenteken] .
Aldus gewezen door
mr. J. Hielkema, voorzitter,
mr. A.J. Rietveld en mr. G. Souer, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.J. Zieleman, griffier,
en op 4 december 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.