ECLI:NL:GHARL:2024:7379

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 november 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
200.340.577
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor hulpverlening voor minderjarige kinderen in zorgelijke thuissituatie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van de moeder om vervangende toestemming voor hulpverlening voor haar drie minderjarige kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. Molenaar, had eerder bij de rechtbank Gelderland verzocht om toestemming voor diverse vormen van hulpverlening, maar dit verzoek was deels afgewezen. De vader, vertegenwoordigd door mr. E.R.T. Tromp, was het niet eens met de beslissing van de rechtbank en had incidenteel hoger beroep ingesteld.

Het hof heeft vastgesteld dat de situatie van de kinderen zorgelijk is, met een onveilige en vervuilde thuissituatie bij de moeder. Ondanks de inzet van hulpverlening en gezinsvoogden, blijven de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen bestaan. De moeder heeft verzocht om vervangende toestemming voor hulpverlening voor de kinderen, maar het hof oordeelt dat er eerst rust en ruimte moet komen in de thuissituatie voordat kan worden vastgesteld of hulp nodig is. De vader betwist de noodzaak van de gevraagde hulpverlening en stelt dat de kinderen eerst een veilige basis nodig hebben.

Het hof heeft de beschikking van de rechtbank Gelderland ten aanzien van de minderjarige [de minderjarige3] bekrachtigd, maar de verzoeken van de moeder voor [de minderjarige2] afgewezen. Het hof concludeert dat de noodzaak voor hulpverlening voor [de minderjarige2] en [de minderjarige3] onvoldoende is aangetoond en dat de ouders eerst moeten zorgen voor een stabiele basis voor de kinderen. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.340.577
(zaaknummer rechtbank Gelderland 428402)
beschikking van 28 november 2024
inzake
[verzoekster],
wonende te [woonplaats1] ,
verzoekster in het principaal hoger beroep,
verweerster in het incidenteel hoger beroep,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. Molenaar te Wijchen,
en
[verweerder],
wonende te [woonplaats2] ,
verweerder in het principaal hoger beroep,
verzoeker in het incidenteel hoger beroep,
verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. E.R.T. Tromp te Nijmegen.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 31 januari 2024, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 26 april 2024;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep met productie;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep met productie;
- een journaalbericht van mr. Tromp van 17 oktober 2024 met producties.
2.2
De hierna nader te noemen minderjarige kinderen van partijen [de minderjarige1] en [de minderjarige3] hebben ieder in een brief hun mening over de verzoeken van de ouders aan het hof laten weten.
2.3
De mondelinge behandeling heeft op 31 oktober 2024 plaatsgevonden. Aanwezig waren:
- de vader bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder bijgestaan door haar advocaat;
- een vertegenwoordiger namens de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).

3.De feiten

3.1
De moeder en de vader zijn de ouders van:
- [de minderjarige1] (roepnaam: [de minderjarige1] ),
geboren [in] 2010 te [woonplaats1] ;
- [de minderjarige2] (roepnaam: [de minderjarige2] ), geboren [in] 2011 te [woonplaats1] ,
- [de minderjarige3] (roepnaam: [de minderjarige3] ),
geboren [in] 2013 te [woonplaats1] .
De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over deze kinderen en de kinderen hebben allen hun hoofdverblijfplaats bij de moeder.

4.De omvang van het geschil

4.1
De moeder heeft de rechtbank verzocht haar vervangende toestemming te verlenen voor het inzetten van diverse vormen van hulpverlening voor de drie kinderen.
De rechtbank heeft in de beschikking van 31 januari 2024 de verzoeken van de moeder ten aanzien van [de minderjarige3] afgewezen en ter vervanging van de toestemming van de vader de moeder toestemming verleend voor het inzetten van hulpverlening:
voor [de minderjarige2]:
  • gezinsbegeleiding, inclusief basis psycho-educatie door [naam1] ;
  • behandeling op het gebied van ASS, inclusief psycho-educatie;
  • persoonlijke begeleiding (ook in verband met problematieken binnen het gezinssysteem),
voor [de minderjarige1]:
  • diagnostiek, zowel breed psychodiagnostiek als intelligentie;
  • als uit deze diagnostiek blijkt dat hulp/begeleiding/behandeling nodig is, dan ook deze hulp/begeleiding/behandeling;
  • persoonlijke begeleiding (ook in verband met de problematieken binnen het gezinssysteem);
  • gezinsbegeleiding, inclusief psycho-educatie;
  • huiswerkbegeleiding.
4.2
De moeder is met het niet eens met de afwijzing van haar verzoeken ten aanzien van [de minderjarige3] en is van mening dat de vervangende toestemming ten aanzien van [de minderjarige2] te beperkt is geformuleerd.
De moeder verzoekt het hof de beschikking:
 ten aanzien van [de minderjarige3] te vernietigen en alsnog te bepalen dat de moeder vervangende toestemming krijgt voor hulpverlening voor [de minderjarige3] , meer specifiek voor:
  • diagnostiek, zowel breed psychodiagnostiek als intelligentie;
  • als uit deze diagnostiek blijkt dat hulp/begeleiding/behandeling nodig is, dan ook deze hulp/begeleiding/behandeling;
  • persoonlijke begeleiding (ook in verband met de problematiek binnen het gezinssysteem);
  • gezinsbegeleiding, inclusief psycho-educatie;
 ten aanzien van [de minderjarige2] te wijzigen en te bepalen dat de moeder vervangende toestemming krijgt voor hulpverlening voor [de minderjarige2] voor:
  • gezinsbegeleiding, inclusief basis psycho-educatie;
  • behandeling op het gebied van ASS, inclusief psycho-educatie;
  • persoonlijke begeleiding (ook in verband met de problematiek binnen het gezinssysteem);
 en de beschikking ten aanzien van [de minderjarige1] in stand te laten,
een en ander met veroordeling van de vader in de kosten van de procedure in beide instanties.
4.3
De vader voert verweer en is op zijn beurt in hoger beroep gekomen van de beschikking van 31 januari 2024. Hij is het niet eens met de beslissing die de rechtbank heeft gegeven ten aanzien van [de minderjarige2] .
De vader verzoekt het hof de verzoeken van de moeder in principaal hoger beroep af te wijzen dan wel ongegrond te verklaren en in incidenteel hoger beroep de beschikking te vernietigen voor zover de verzoeken van de moeder die zien op [de minderjarige2] door de rechtbank zijn toegewezen en deze verzoeken alsnog af te wijzen.
4.4
De moeder voert verweer in het incidenteel hoger beroep en vraagt het hof het verzoek van de vader in incidenteel hoger beroep af te wijzen.

5.De motivering van de beslissing

juridisch kader
5.1
In artikel 1:253a lid 1 Burgerlijk Wetboek staat dat geschillen over de gezamenlijke uitoefening van het gezag op verzoek van de ouders of van één van hen aan de rechter kunnen worden voorgelegd.
zorgelijke thuissituatie
5.2
Het hof is op basis van de stukken in deze procedure en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling bij het hof is besproken, van oordeel dat de situatie van [de minderjarige1] , [de minderjarige2] en [de minderjarige3] zeer zorgelijk is. Ondanks inmiddels zes onderzoeken door de raad, de inzet van gezinsvoogden gedurende twee periodes waarin de kinderen onder toezicht zijn gesteld en de inzet van enorm veel verschillende vormen van hulpverlening voor de moeder en de kinderen, lijken de zorgen over de situatie van de kinderen bij de moeder steeds groter te worden. Het hof heeft de indruk dat de zorgen over de kinderen voor een groot deel vanuit de persoonlijke problematiek van de moeder en de wisselvallige relatie tussen de ouders verklaard kunnen worden en dat een stabiele basis om zich evenwichtig te kunnen ontwikkelen voor de kinderen ontbreekt.
De vader heeft in hoger beroep twee zorgmeldingen over de thuissituatie bij de moeder van twee persoonlijk begeleiders ( [naam2] en [naam3] ) bij [naam4] van 29 mei 2024 en 26 juni 2024 overgelegd. Hierin verklaren de persoonlijk begeleiders van de moeder onder meer dat het huis waar de moeder en de drie kinderen samen met een onbekend aantal katten wonen ernstig vol, vervuild en onveilig is. Het huis is volgepakt met spullen. Voortbewegen in het huis is grotendeels alleen zijwaarts mogelijk en niet alle ruimtes zijn te betreden. (De keuken is onbegaanbaar, de ramen in de woonkamer zijn onbereikbaar, de kinderkamers staan vol, de badkamer stond vol met spullen en de toiletruimtes waren onaanvaardbaar vervuild. Er is mogelijk gevaar voor brand.) De situatie was in oktober 2023 al zeer zorgelijk, maar de situatie is sindsdien zelfs nog verergerd. De moeder kampt met gezondheidsproblemen en laat hulp zeer beperkt en slechts op haar voorwaarden toe, zij is lichamelijk en mentaal chronisch uitgeput. Als gevolg van deze factoren zijn er ook zorgen over de persoonlijke ontwikkeling van de kinderen, omdat de kinderen te weinig emotionele ruimte hebben.
De moeder zegt dat de inhoud van de zorgmeldingen niet klopt en dat de meldingen pas zijn gedaan door persoonlijk begeleiders toen de samenwerking met haar niet goed meer verliep. Dat is voor het hof niet voldoende om de inhoud ervan niet serieus te nemen, de verklaringen zijn immers opgesteld door professionals.
Verder blijkt uit het bericht van [naam4] van 7 oktober jongstleden dat [naam4] niet van beide ouders toestemming heeft gekregen voor een aanmelding bij het [naam5] . Daarom heeft [naam4] de situatie van de kinderen met de raad besproken. Daarna is intern besloten het gezin aan te melden voor een gesprek bij de [naam6] . Ten behoeve van deze bespreking is [naam4] nu bezig met het completeren van een verslag.
recente ontwikkelingen
5.3
De vader heeft tijdens de mondelinge behandeling bij het hof laten weten dat deze situatie bij de moeder al vele jaren speelt. De moeder wordt omringd door hulpverleners. Steeds wordt er geprobeerd met de moeder haar woning op te ruimen, maar uiteindelijk lukt dat niet of raakt de woning opnieuw vol. Hij gaat een verzoek bij de rechtbank indienen om de zorgregeling voor de kinderen te wijzigen, inhoudende dat de kinderen voortaan bij hem gaan verblijven.
waar het in deze procedure nog over gaat
5.4
De door moeder gewenste inzet van hulpverlening voor [de minderjarige1] staat in deze procedure niet ter discussie. Omdat [de minderjarige1] heeft aangegeven dat hij graag hulpverlening wilde, werkt de vader hieraan mee.
Het gaat in deze procedure om toestemming voor hulpverlening voor [de minderjarige2] en [de minderjarige3] (ook voor gezinsbegeleiding). De vader betwist de noodzaak hiervan. Volgens de vader moet eerst de thuissituatie bij de moeder verbeteren. De kinderen hebben nu een zeer beperkte leefomgeving, er moet eerst meer rust en ruimte voor de kinderen komen.
advies raad
5.5
De vertegenwoordiger van de raad heeft tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep opgemerkt dat zij een groot risico ziet dat de kinderen worden geproblematiseerd. Er speelt psychiatrische problematiek bij de moeder en tussen de ouders is sprake van problematiek op relatieniveau. Het is lastig om onderzoek bij de kinderen te doen en individuele hulp voor ze in te zetten, terwijl er op systemisch niveau van alles speelt. De basis voor hulpverlening voor de kinderen is nu onvoldoende en vooral de ouders hebben hulp nodig. De raad is ook geschrokken van de zorgmeldingen en heeft overlegd met [naam4] over de meldingen. [naam4] heeft aan de ouders voorgesteld om samen aan de slag te gaan in de proeftuin [naam7] in [woonplaats1] om de ontwikkelingsbedreiging voor de kinderen te stoppen. De vader heeft kenbaar gemaakt dat hij daarover in gesprek wil, maar de moeder heeft zich hierover nog niet uitgelaten. Daarom wordt vooralsnog de [naam6] doorgezet.
De hulp die loopt moet doorgaan en er moet eerst een goed plan komen, aldus de raad.
oordeel van het hof
persoonlijke hulpverlening [de minderjarige3]
5.6
Het hof is net als de rechtbank van oordeel dat uit de door partijen overgelegde stukken onvoldoende concrete problematiek bij [de minderjarige3] naar voren komt. [de minderjarige3] is hoogbegaafd en krijgt in verband daarmee een aanpast onderwijsaanbod. De moeder meent trekken te zien die passen bij een autismespectrumstoornis (ASS), met name ‘Asperger’ (zeer groot aanpassingsvermogen en zich goed onzichtbaar en onopvallend kunnen maken). Docenten hebben aangegeven zeker trekken van ASS waar te nemen, maar ook dat dit geen negatieve invloed heeft op zijn schoolprestaties. De stelling van de moeder dat wanneer diagnostiek uitblijft en onduidelijk is welke behandeling [de minderjarige3] nodig heeft, dit de kans op het ontstaan van problematiek bij [de minderjarige3] vergroot, is onvoldoende om vervangende toestemming voor de door de moeder gewenste persoonlijke hulpverlening voor [de minderjarige3] te verlenen. Er dient eerst rust en ruimte te ontstaan in zijn woon- en leefsituatie voordat kan worden vastgesteld of [de minderjarige3] degene is waarvoor hulp en ondersteuning nodig is.
persoonlijke hulpverlening [de minderjarige2]
5.7
De moeder heeft toegelicht dat bij [de minderjarige2] sprake is van ASS en een verstoorde prikkelverwerking en dit leidt volgens de moeder tot spanningen in haar gezin. De vader herkent deze spanningen niet en betitelt het gedrag van [de minderjarige2] als passend bij zijn leeftijd. De vader erkent dat Buurtteams dan wel de psycholoog de inzet van gezinsbegeleiding en psycho-educatie ten behoeve van [de minderjarige2] eerder wenselijk achtten, maar er is volgens hem al zoveel hulpverlening in het gezin bij de moeder betrokken dat dit niet in het belang van [de minderjarige2] is. Aanvullend heeft de vader in hoger beroep gesteld dat uit de stukken van school valt op te maken dat er geen noodzaak is om de door moeder verzochte hulpverlening in te zetten.
Het hof is van oordeel dat de moeder ook ten aanzien van [de minderjarige2] onvoldoende concrete problematiek naar voren heeft gebracht. De noodzaak voor vervangende toestemming voor persoonlijke hulpverlening voor [de minderjarige2] is niet gebleken. De moeder heeft uitgelegd dat [de minderjarige2] soms een behoorlijke woede-uitbarsting heeft en zich dan ook wel fysiek kan uiten, maar het hof kan uit hetgeen de moeder verklaart niet afleiden dat de situatie niet meer hanteerbaar is. Daar komt bij dat [de minderjarige2] is gebaat bij duidelijkheid, structuur en overzicht. Het hof sluit niet uit dat alle kinderen, en dus ook [de minderjarige2] , vanwege hun beperkte en onoverzichtelijke leefruimte bij de moeder en alles wat dat met zich meebrengt extra frustraties ervaren. Het is de vraag of hulpverlening voor [de minderjarige2] zijn mentale welbevinden zal verbeteren. Ook voor hem geldt dat er eerst rust en ruimte moet ontstaan in zijn woon- en leefsituatie voordat kan worden beoordeeld of voor hem verdere hulp en ondersteuning nodig is.
gezinsbegeleiding
5.8
De moeder stelt verder dat er ook behoefte is aan gezinsbegeleiding met kennis en ervaring op het gebied van de binnen het gezin gestelde diagnoses en problematiek. Het is daarvoor noodzakelijk dat iedereen meedoet, alle kinderen maken onverbrekelijk deel uit van het gezinssysteem. Gezinsbegeleiding met slechts een deel van het gezin is niet zinvol.
De moeder heeft tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep toegelicht dat de gezinsbegeleiding voor [de minderjarige1] al is gestart en wordt gedaan door [naam8] . [naam3] is niet meer actief in het gezin. De gemeente heeft de indicatie voor [de minderjarige2] inmiddels afgegeven.
Het hof heeft hiervoor onder 5.6 en 5.7 overwogen dat de noodzaak voor hulp voor [de minderjarige3] en [de minderjarige2] onvoldoende is gebleken. De moeder heeft de stelling van de vader dat alle kinderen het op dit moment goed doen op school en de school geen specifieke zorgen heeft, niet weersproken. Mede gelet op het advies van de raad dat de ouders eerst moeten gaan zorgen voor een veilige stabiele basis en er eerst een goed plan moet komen dat gericht is op het systeem in plaats van op (één van) de kinderen, ziet het hof ook geen aanleiding om vervangende toestemming voor de gezinsbegeleiding te verlenen.

6.De slotsom

6.1
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, zal het hof de beschikking van 31 januari 2024 ten aanzien van [de minderjarige3] bekrachtigen en ten aanzien van [de minderjarige2] vernietigen en de verzoeken van de moeder om haar vervangende toestemming te verlenen voor het inzetten van diverse vormen van hulpverlening voor [de minderjarige2] alsnog afwijzen.
6.2
Het hof zal de proceskosten in beide instanties compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. Het verzoek van de moeder om de vader te veroordelen in de kosten van beide instanties wordt afgewezen.

7.De beslissing

Het hof, beschikkende in het principaal en het incidenteel hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 31 januari 2024 ten aanzien van [de minderjarige3] ;
vernietigt de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 31 januari 2024 ten aanzien van [de minderjarige2] , en in zoverre opnieuw beschikkende:
wijst de verzoeken van de moeder om haar vervangende toestemming te verlenen voor het inzetten van hulpverlening voor [de minderjarige2] alsnog af;
compenseert de kosten van het geding in beide instanties;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. H. Phaff, M.P. den Hollander, I.G.M.T. Weijers-van der Marck en, bijgestaan door de griffier, en is op 28 november 2024 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.