ECLI:NL:GHARL:2024:7275

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
26 november 2024
Zaaknummer
200.341.791/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake consumentenkoop van gebrekkige auto met vordering tot terugbetaling en vrijwaringsbewijs

In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, dat op 27 februari 2024 werd uitgesproken. De zaak betreft de aankoop van een Peugeot 308 door [appellante] van Auto Service Nunspeet B.V. (ASN) op 3 juli 2023. Na de aankoop vertoonde de auto gebreken, wat leidde tot een ingebrekestelling door [appellante] op 5 oktober 2023. De kantonrechter wees de vordering van [appellante] af, omdat ASN volgens de kantonrechter al in een andere procedure was veroordeeld voor dezelfde vorderingen. [appellante] betwistte dit en stelde dat de kantonrechter ten onrechte had aangenomen dat ASN en een andere vennootschap, Autocentrum Nunspeet (ACN), dezelfde rechtspersoon waren.

In hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat de kantonrechter inderdaad een kennelijke misvatting heeft gemaakt. ASN en ACN zijn verschillende rechtspersonen, wat blijkt uit uittreksels van de Kamer van Koophandel. Het hof heeft de vordering van [appellante] toegewezen, waarbij de koopovereenkomst werd ontbonden en ASN werd veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom van € 8.750,- en schadevergoeding van € 349,08, vermeerderd met wettelijke rente. ASN werd ook verplicht om een vrijwaringsbewijs te verstrekken, op straffe van een dwangsom.

Het hof heeft de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, omdat de processtrategie van [appellante] onduidelijk was. De uitspraak van het hof is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat ASN de veroordelingen moet naleven, ook als er hoger beroep wordt ingesteld bij de Hoge Raad.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.341.791/01
zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 10886035
arrest van 26 november 2024
in de zaak van
[appellante],
die woont in [woonplaats1] ,
die hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de kantonrechter optrad als eiseres,
hierna:
[appellante],
advocaat: mr. S. Yadegari te Amsterdam,
tegen
Auto Service Nunspeet B.V.,
die is gevestigd in Nunspeet,
en bij kantonrechter gedaagde was,
hierna:
ASN,
niet verschenen.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1
[appellante] heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen (hierna: de kantonrechter) op 27 februari 2024 tussen partijen heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep van 27 mei 2024;
  • het tegen ASN verleende verstek;
  • de memorie van grieven van 13 augustus 2024.
1.2
Vervolgens heeft [appellante] de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

2.De feiten

2.1
[appellante] heeft op 3 juli 2023 een Peugeot 308 met kentekennummer [kenteken] uit het bouwjaar 2009 (hierna: de auto) gekocht van ASN. [appellante] heeft de koopprijs van € 8.750,- voldaan aan ASN.
2.2
[appellante] heeft op 21 juli 2023 de auto opgehaald. Nadat de auto volgens haar gebreken vertoonde, heeft zij de auto laten onderzoeken door [naam1] . Uit het Wettelijk Garantie Diagnose Formulier van 22 september 2023 volgt dat de oliedruk getest moet worden, dat de nokkenasversteller, uitlaat, oliedruksensor, veerpootlager en deurvanger defect zijn. Ook is sprake van een netwerkstoring. [appellante] heeft ASN daarop aangesproken. ASN heeft hier geen gehoor aan gegeven.
2.3
Op 5 oktober 2023 heeft [appellante] per brief een ingebrekestelling verstuurd. Deze brief is gericht aan Autocentrum Nunspeet (ACN), een vennootschap die op hetzelfde adres is gevestigd en die dezelfde aandeelhouder en bestuurder heeft.
2.4
[appellante] heeft bij de kantonrechter primair gevorderd terugbetaling aan [appellante] van de koopsom ad € 8.750,- bij volledige ontbinding of een evenredig deel daarvan in geval van partiële ontbinding. Daarnaast vordert [appellante] dat ASN aan haar een vrijwaringsbewijs verschaft, op straffe van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag dat ASN hier niet aan voldoet. Subsidiair heeft [appellante] een verklaring voor recht gevorderd dat zij gerechtigd is de auto door een derde te laten herstellen en de kosten van dit herstel te verhalen op ASN. [appellante] heeft ten slotte primair en subsidiair gevorderd betaling van een aantal schadeposten, namelijk:
- motorrijtuigenbelasting van € 82,- per maand, tot aan de dagvaarding begroot op € 164,- + PM;
- verzekeringspremies van € 14,94 per maand, tot aan de dagvaarding begroot op € 29,88 + PM;
- extra kosten van € 155,20;
- buitengerechtelijke incassokosten van € 983,13,
te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom en de nevenvorderingen en veroordeling van ASN in de kosten van het geding.
2.5
ASN is in eerste aanleg niet verschenen.
2.6
De kantonrechter heeft in het vonnis van 27 februari 2024 de vordering van [appellante] afgewezen, omdat ASN – volgens de kantonrechter – al in een andere procedure tussen dezelfde partijen is veroordeeld voor dezelfde vorderingen.
2.7
[appellante] heeft bij e-mail van 8 maart 2024 verzocht dat vonnis te verbeteren, omdat de kantonrechter er volgens [appellante] ten onrechte vanuit is gegaan dat ASN reeds in een andere procedure is veroordeeld voor dezelfde vordering, omdat dat vonnis was gewezen tegen ACN. De kantonrechter heeft dit verzoek in het vonnis van 26 maart 2024 afgewezen.

3.De beoordeling

De vordering in hoger beroep
3.1
[appellante] vordert in hoger beroep vernietiging van het vonnis van de kantonrechter van 27 februari 2024 en alsnog toewijzing van haar vorderingen, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en met veroordeling van ASN in de kosten van het geding in beide instanties.
3.2
De eerste grief richt zich tegen de onjuiste beoordeling van de in het geding betrokken zijnde partijen. Volgens [appellante] is sprake van een kennelijke misvatting, nu de kantonrechter ten onrechte heeft aangenomen dat ASN en ACN dezelfde rechtspersoon betroffen. Deze grief slaagt. Uit de door [appellante] overgelegde uittreksels van de Kamer van Koophandel blijkt dat ACN en ASN niet dezelfde rechtspersoon betreffen. Zo is Auto Centrum Nunspeet B.V. (ACN) op 11 mei 2021 ingeschreven in de Kamer van Koophandel, terwijl Auto Service Nunspeet B.V. (ASN) op 29 november 2022 is ingeschreven. De heer [naam2] is aandeelhouder en bestuurder van beide vennootschappen. De vennootschappen staan ook op hetzelfde adres is geschreven. Uit de uittreksels blijkt ook dat ACN inmiddels is ontbonden en op 1 december 2023 is uitgeschreven uit het handelsregister. ASN is een nog bestaande vennootschap.
3.3
Uit het voorgaande volgt dat het vonnis van de kantonrechter van 27 februari 2024 niet in stand kan blijven. Het hof komt daarom toe aan de beoordeling van de vordering van [appellante] .
3.4
Bij memorie van grieven heeft [appellante] haar eis verminderd in die zin dat zij de subsidiaire gevorderde verklaring voor recht dat [appellante] gerechtigd is om de kosten van herstel door een derde te verhalen op ASN niet langer handhaaft. Het hof zal beslissen op de overige vorderingen.
De beoordeling van de vordering
3.5
Tegen ASN is verstek verleend. Op grond van artikel 139 Rv wordt de vordering ten aanzien van de gedaagde tegen wie verstek is verleend, toegewezen, tenzij die vordering het hof onrechtmatig of ongegrond voorkomt. De vordering tot ontbinding en terugbetaling van de koopsom komt het hof niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal het hof dus toewijzen. Dit geldt ook voor de gevorderde kosten voor schorsing en diagnose.
3.6
[appellante] heeft in de memorie van grieven voor wat betreft de schade een bedrag van € 465,85 aan motorrijtuigenbelasting en € 193,88 aan verzekeringspremies gevorderd. Het hof stelt vast dat deze bedragen afwijken van de bedragen in de (appel)dagvaarding. Betekening van de memorie van grieven heeft niet plaatsgevonden. Een toelichting op deze bedragen en hoe die berekend zijn, ontbreekt. Ook zijn deze bedragen in het licht van de tekst van memorie van grieven onbegrijpelijk, nu daar de (oude) bedragen van respectievelijk € 164,- en € 29,88 staan vermeld. Het hof zal daarom de hoogte van de schade voor wat betreft de motorrijtuigenbelasting en de verzekeringspremies toewijzen conform (appel)dagvaarding.
3.7
Het hof zal over deze bedragen de wettelijke rente toewijzen vanaf de dag waarop de inleidende dagvaarding is uitgebracht.
3.8
Voor wat betreft de buitengerechtelijke incassokosten komt deze het hof niet onrechtmatig of ongegrond voor, behoudens het volgende. Het gevorderde bedrag zal in overeenstemming met het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten worden bepaald op € 825,-.
3.9
Het hof ziet wel aanleiding om een lagere dwangsom toe te wijzen op de verstrekking van het vrijwaringsbewijs dan gevorderd.
Ten aanzien van het vonnis ex artikel 31 Rv
3.1
De tweede grief richt zich tegen het vonnis van 26 maart 2024 waarin het verzoek van [appellante] tot verbetering van het vonnis van 27 februari 2024 is afgewezen. Deze grief slaagt niet, omdat tegen de verbetering of weigering van een dergelijk vonnis gelet op artikel 31 lid 4 Rv geen voorziening openstaat.
Conclusie en proceskosten
3.11
Het voorgaande brengt mee dat het bestreden vonnis niet in stand kan blijven en het hof de vordering zoals hierna omschreven alsnog zal afwijzen.
3.12
Het hof tekent hierbij aan er vraagtekens gezet kunnen worden bij de wijze van procesvoering door mr. Yadegari. De kantonrechter heeft terecht opgemerkt, en door mr. Yadegari is ook niet bestreden, dat op dezelfde dag twee dagvaardingen zijn uitgebracht: één tegen Autocentrum Nunspeet (ACN) en één tegen Autoservice Nunspeet (ASN) met een identieke vordering. Elke toelichting daarop ontbreekt. De aanwezige stukken bieden ook geen enkel aangrijpingspunt waarom, terwijl de koopovereenkomst met ASN is gesloten, de ingebrekestelling is gericht aan ACN en vervolgens twee nagenoeg gelijkluidende dagvaardingen zijn uitgebracht aan ACN en ASN. Het hof ziet in deze gang van zaken aanleiding om de proceskosten van de procedure in hoger beroep te compenseren, omdat het hoger beroep voortvloeit uit deze niet goed te begrijpen processtrategie.
3.13
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

4.De beslissing

Het hof:
4.1
verklaart [appellante] niet-ontvankelijk in haar hoger beroep tegen het vonnis van 26 maart 2024;
4.2
vernietigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen van 27 februari 2024;
4.3
ontbindt de koopovereenkomst die op 3 juli 2023 tussen [appellante] en ASN is gesloten;
4.4
veroordeelt ASN tot betaling aan [appellante] van € 8.750,- aan terugbetaling koopsom, en tot betaling van € 349,08 aan schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 11 januari 2024 tot aan de dag van volledige betaling, alsmede met € 825,- voor buitengerechtelijke kosten;
4.5
veroordeelt ASN om nadat de auto is terug geleverd, binnen 14 dagen na betekening van dit arrest het vrijwaringsbewijs voor de auto aan [appellante] over te leggen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag, met een maximum van € 10.000,- voor iedere dag dat ASN aan [appellante] geen vrijwaringsbewijs verschaft;
4.6
veroordeelt ASN in de kosten van de procedure bij de kantonrechter, aan de zijde van [appellante] te begroten op
  • € 139,30 aan kosten voor het uitbrengen van de dagvaarding;
  • € 248,- aan griffierecht;
  • € 339,- aan salaris gemachtigde.
4.7
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt van de procedure in hoger beroep;
4.8
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
4.9
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.H. Kuiper, M.W. Zandbergen en M.M.A Wind, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 26 november 2024.