In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, dat op 27 februari 2024 werd uitgesproken. De zaak betreft de aankoop van een Peugeot 308 door [appellante] van Auto Service Nunspeet B.V. (ASN) op 3 juli 2023. Na de aankoop vertoonde de auto gebreken, wat leidde tot een ingebrekestelling door [appellante] op 5 oktober 2023. De kantonrechter wees de vordering van [appellante] af, omdat ASN volgens de kantonrechter al in een andere procedure was veroordeeld voor dezelfde vorderingen. [appellante] betwistte dit en stelde dat de kantonrechter ten onrechte had aangenomen dat ASN en een andere vennootschap, Autocentrum Nunspeet (ACN), dezelfde rechtspersoon waren.
In hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat de kantonrechter inderdaad een kennelijke misvatting heeft gemaakt. ASN en ACN zijn verschillende rechtspersonen, wat blijkt uit uittreksels van de Kamer van Koophandel. Het hof heeft de vordering van [appellante] toegewezen, waarbij de koopovereenkomst werd ontbonden en ASN werd veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom van € 8.750,- en schadevergoeding van € 349,08, vermeerderd met wettelijke rente. ASN werd ook verplicht om een vrijwaringsbewijs te verstrekken, op straffe van een dwangsom.
Het hof heeft de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, omdat de processtrategie van [appellante] onduidelijk was. De uitspraak van het hof is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat ASN de veroordelingen moet naleven, ook als er hoger beroep wordt ingesteld bij de Hoge Raad.