Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
bijlage(n);
- een akte overlegging productie j namens [erflater] , ingekomen op 20 september 2024;
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
- [zoon1] , geboren [in] 1963 en
- [zoon2] , geboren [in] 1969.
Volgens [erflater] is de verjaringstermijn twintig jaar. Er is geen sprake van rechtsverwerking, omdat [erflater] tijdig aanspraak heeft gemaakt op betaling. Verder volgt uit de rechtspraak dat geen rechtsverwerking wordt aanvaard door enkel tijdsverloop. De grondslag van de redelijkheid en billijkheid waarop [appellante] zich beroept, ontgaat [erflater] . Verder betwist [erflater] dat [appellante] de panden niet zou hebben gebruikt en dat er sprake is van een opeisbare onderhoudsverplichting jegens [appellante] dan wel een natuurlijke verbintenis jegens haar. [erflater] voert aan dat partijen gezamenlijk ieder voor 50% eigenaar zijn van de panden. Daarom moeten ze elk 50% van de kosten ervan dragen. [erflater] heeft € 17.567,96 betaald, zodat [appellante] gehouden is hem de helft van dit bedrag te betalen, zoals de rechtbank heeft beslist.