In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om de verdeling van zorg- en opvoedingstaken en de vaststelling van kinderalimentatie na een echtscheiding. De man en de vrouw zijn de ouders van twee minderjarige kinderen, die nooit in gezinsverband hebben geleefd. De rechtbank Midden-Nederland had eerder een beschikking gegeven waarin de zorgregeling en de kinderalimentatie waren vastgesteld. De man is in hoger beroep gegaan tegen deze beschikking, met grieven die betrekking hebben op de ingangsdatum van de kinderalimentatie, de behoefte van de kinderen en de draagkracht van beide ouders.
Tijdens de zitting op 5 december 2023 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. De man verzocht om een lagere kinderalimentatie en wijziging van de zorgregeling, terwijl de vrouw verweer voerde en incidenteel hoger beroep instelde. Het hof heeft de grieven van de man en de vrouw besproken en overwogen dat de zorgregeling niet door de man werd nagekomen. Het hof heeft besloten dat de kinderen bij de man verblijven van donderdag 17.00 uur tot vrijdag 17.00 uur, met een regeling die ook tijdens vakanties en feestdagen geldt, tenzij de vrouw met de kinderen op vakantie is.
Wat betreft de kinderalimentatie heeft het hof de ingangsdatum vastgesteld op 19 januari 2023 voor de oudste en 22 september 2022 voor de jongste. De man moet € 226,- per maand betalen voor de oudste en € 148,- per maand voor de jongste. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover het betreft de zorgregeling en de kinderalimentatie, en heeft de kosten van het geding in hoger beroep gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.