ECLI:NL:GHARL:2024:7165

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
21 november 2024
Publicatiedatum
21 november 2024
Zaaknummer
21-001418-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitlokking van brandstichtingen van Tesla-auto's met ernstige gevolgen voor de rechtsstaat

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte is beschuldigd van het uitlokken van twee brandstichtingen aan Tesla-auto's, waarbij gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor omwonenden te duchten was. De branden vonden plaats op 5 maart 2018 en 19 april 2018, waarbij de verdachte als tussenpersoon fungeerde tussen de opdrachtgever en de uitvoerder van de brandstichtingen. De verdachte heeft de uitvoerder, [naam], beloften gedaan van geld en middelen in ruil voor het plegen van de brandstichtingen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de uitlokking van de brandstichtingen en dat er sprake was van nauwe en bewuste samenwerking. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar en zes maanden, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de rechtsstaat, gezien het slachtoffer een faillissementscurator was. De verdediging heeft gepleit voor een lagere straf, maar het hof heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte zwaar laten wegen in de strafoplegging.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001418-21
Uitspraak d.d.: 21 november 2024
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 23 maart 2021 met parketnummer 18-213861-20 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
thans verblijvende in [verblijfsplaats] te [plaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 7 november 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. M.A. Lubbers, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft bij voornoemd vonnis, waartegen het hoger beroep is gericht, verdachte ter zake van het onder feit 1 primair en feit 2 primair tenlastegelegde, met uitzondering van het tenlastegelegde medeplegen, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorarrest.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
1. primair
[naam] in of omstreeks de periode omvattende de dagen 4 maart 2018 en 5 maart 2018 te [plaats] , in elk geval in de gemeente [gemeente] , aan de [straat] te [plaats] , ter hoogte van perceel/nummer [nummer] , opzettelijk brand heeft gesticht in en/of onder en/of aan een personenauto van het merk Tesla (voorzien van het kenteken [kenteken] ), welke dicht bij de woning [straat] nummer [nummer] stond, immers heeft die [naam] toen aldaar opzettelijk
- de ruitenwisser en/of een band, althans over een of meer onderde(e)l(en), van die personenauto van het merk Tesla (aan de bestuurderszijde), met een hoeveelheid van een door verdachte vervaardigd mengsel van olie en benzine, althans een vluchtige en/of brandbare (vloei)stof, overgoten/besprenkeld en/of (vervolgens)
- die met dat door verdachte vervaardigde mengsel van olie en benzine, althans een vluchtige en/of brandbare (vloei)stof, overgegoten/besprenkelde ruitenwisser en/of band, althans een of meer onderde(e)l(en), van die personenauto van het merk Tesla, met een aansteker aangestoken/in brand gestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan die ruitenwisser en/of die band en/of een of meer (ander(e)) onderde(e)l(en) van die personenauto van het merk Tesla en/of een of meer zich in die personenauto bevindende goederen geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor
- die personenauto van het merk Tesla en/of
- de in die personenauto aanwezige goederen en/of
- die woning gelegen aan de [straat] , perceel/nummer [nummer] en/of
- de inventaris van die aan de [straat] , nummer [nummer] gelegen woning en/of
- de naastgelegen woningen in die [straat] en/of
- de inventaris van die naastgelegen woningen in die [straat] ,
in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
- levensgevaar voor de zich in die [straat] , nummer [nummer] en/of de naastgelegen woningen bevindende personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of
- gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de zich in die [straat] , nummer [nummer] en/of de naastgelegen woningen bevindende personen, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was,
welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 5 maart 2018 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of te [plaats] en/of elders in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen, immers heeft hij, verdachte, in voornoemde periode toen en aldaar opzettelijk tezamen en in vereniging met zijn mededader, althans alleen, die [naam]
- geïnformeerd en/of doen of laten informeren over een conflict dat verdachte en/of zijn mededader had(den) met de eigenaar/houder van de voornoemde personenauto van het merk Tesla, althans informatie van gelijke aard en/of strekking, en/of
- medegedeeld en/of doen of laten mededelen dat er brand moest worden gesticht en/of opdracht gegeven bovenomschreven misdrijf te plegen, althans brand te stichten, (ten nadele van de bewoner van het adres [straat] nummer [nummer] te [plaats] ), althans (een) mededeling(en) van gelijke aard en/of strekking, en/of
- de plaats en/of het adres waar de personenauto van het merk Tesla stond aangewezen en/of doen of laten aanwijzen en/of
- beloofd of doen of laten beloven dat die [naam] mee mocht doen met de (teelt en/of verkoop van en/of handel in) hennepplantjes, althans (een) belofte(n) van gelijke aard en/of strekking, en/of
- vóór de brandstichting € 500,-, althans een bedrag, betaald en/of doen betalen en/of een betaling van € 1000,-, althans een bedrag, ná de brandstichting in het vooruitzicht gesteld en/of doen of laten stellen en/of
- 50 gram pep (speed) overhandigd en/of doen of laten overhandigen,
in elk geval heeft hij, verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader, althans alleen, op enigerlei wijze door (een) belofte(n), het verschaffen van (een) middel(en) en/of gelegenheid en/of (een) inlichting(en) voornoemd feit opzettelijk uitgelokt;
1. subsidiair
[naam] in of omstreeks de periode omvattende de dagen 4 maart 2018 en 5 maart 2018 te [plaats] , in elk geval in de gemeente [gemeente] , aan de [straat] te [plaats] , ter hoogte van perceel/nummer [nummer] , opzettelijk brand heeft gesticht in en/of onder en/of aan een personenauto van het merk Tesla (voorzien van het kenteken [kenteken] ), welke dicht bij de woning [straat] nummer [nummer] stond, immers heeft die [naam] toen aldaar opzettelijk
- de ruitenwisser en/of een band, althans over een of meer onderde(e)l(en), van die personenauto van het merk Tesla (aan de bestuurderszijde) met een hoeveelheid van een door verdachte vervaardigd mengsel van olie en benzine, althans een vluchtige en/of brandbare (vloei)stof, overgoten/besprenkeld en/of (vervolgens)
- die met dat door verdachte vervaardigde mengsel van olie en benzine, althans een vluchtige en/of brandbare (vloei)stof, overgegoten/besprenkelde ruitenwisser en/of band, althans een/of meer onderde(e)l(en), van die personenauto van het merk Tesla, met een aansteker aangestoken/in brand gestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan die ruitenwisser en/of die band en/of
een of meer (ander(e)) onderde(e)l(en) van die personenauto van het merk Tesla en/of een of meer zich in die personenauto bevindende goederen geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor
- die personenauto van het merk Tesla en/of
- de in die personenauto aanwezige goederen en/of
- die woning gelegen aan de [straat] , perceel/nummer [nummer] of
- de inventaris van die aan de [straat] , nummer [nummer] gelegen woning en/of
- de naastgelegen woningen in die [straat] en/of
- de inventaris van die naastgelegen woningen in die [straat] , in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
- levensgevaar voor de zich in die [straat] , nummer [nummer] en/of de naastgelegen woningen bevindende personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of
- gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de zich in die [straat] , nummer [nummer] en/of de naastgelegen woningen bevindende personen, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was,
welk bovenomschreven misdrijf [medeverdachte] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 5 maart 2018 te [plaats] en of [plaats] en/of [plaats] en/of te [plaats] en/of elders in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen, immers heeft die [medeverdachte] in voornoemde periode toen en aldaar opzettelijk tezamen en in vereniging met zijn mededader, althans alleen, die [naam]
- geïnformeerd en/of doen of laten informeren over een conflict dat verdachte en/of zijn mededader had(den) met de eigenaar/houder van de voornoemde personenauto van het merk Tesla, althans informatie van gelijke aard en/of strekking, en/of
- medegedeeld en/of doen of laten mededelen dat er brand moest worden gesticht en/of opdracht gegeven bovenomschreven misdrijf te plegen, althans brand te stichten, (ten nadele van de bewoner van het adres [straat] nummer [nummer] te [plaats] ), althans (een) mededeling(en) van gelijke aard en/of strekking, en/of
- de plaats en of het adres waar de personenauto van het merk Tesla stond aangewezen en/of doen of laten aanwijzen en/of
- beloofd of doen of laten beloven dat die [naam] mee mocht doen met de (teelt en/of verkoop van en of handel in) hennepplantjes, althans (een) belofte(n) van gelijke aard en/of strekking, en/of
- vóór de brandstichting € 500,-, althans een bedrag, betaald en/of doen betalen en/of een betaling van € 1000,-, althans een bedrag, na de brandstichting in het vooruitzicht gesteld en/of doen of laten stellen en/of
- 50 gram pep (speed) overhandigd en/of doen of laten overhandigen,
in elk geval heeft [medeverdachte] tezamen en in vereniging met zijn mededader, althans alleen, op enigerlei wijze door (een) belofte(n), het verschaffen van (een) middel(en) en/of gelegenheid en/of (een) inlichting(en) voornoemd feit opzettelijk uitgelokt,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 5 maart 2018 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of te [plaats] en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, immers heeft verdachte in voornoemde periode toen en aldaar opzettelijk die [naam]
- geïnformeerd over een conflict dat verdachte en/of zijn mededader had(den) met de eigenaar/houder van de voornoemde personenauto van het merk Tesla, althans informatie van gelijke aard en/of strekking, en/of
- medegedeeld dat er brand moest worden gesticht en/of opdracht gegeven bovenomschreven misdrijf te plegen, althans brand te stichten, (ten nadele van de bewoner van het adres [straat] nummer [nummer] te [plaats] ), althans (een) mededeling(en) van gelijke aard en/of strekking, en/of
- de plaats en/of het adres waar de personenauto van het merk Tesla stond aangewezen en/of
- beloofd dat die [naam] mee mocht doen met de (teelt en/of verkoop van en/of handel in) hennepplantjes, althans (een) belofte(n) van gelijke aard en/of strekking, en/of
- vóór de brandstichting € 500,-, althans een bedrag, betaald en/of een betaling van € 1000,-, althans een bedrag, na de brandstichting in het vooruitzicht gesteld en/of
- 50 gram pep (speed) overhandigd,
althans dat hij verdachte, op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel(en) en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft;
2.
[naam] in of omstreeks de periode omvattende de dagen 18 april 2018 en 19 april 2018 te [plaats] , in elk geval in de gemeente [gemeente] , aan de [straat] te [plaats] , ter hoogte van perceel/nummer [nummer] , opzettelijk brand heeft gesticht in en/of onder en/of aan een personenauto van het merk Tesla (voorzien van het kenteken [kenteken] ), welke dicht bij de woning [straat] nummer [nummer] stond, immers heeft die [naam] toen aldaar opzettelijk
- een band en/of de motorkap bij de ruitenwisser, althans over een of meer onderde(e)l(en), van die personenauto van het merk Tesla (aan de passagierszijde), met een hoeveelheid van een door verdachte vervaardigd mengsel van olie en benzine, althans een vluchtige en/of brandbare (vloei)stof, overgoten/besprenkeld en/of (vervolgens)
- een zogenoemde (poets)doek met een aansteker in brand gestoken en/of (vervolgens) op die met dat door verdachte vervaardigde mengsel van olie en benzine, althans een vluchtige en/of brandbare (vloei)stof, overgegoten/besprenkelde band, althans een of meer onderde(e)l(en), van die personenauto van het merk Tesla, gegooid, en/of (zodoende) die met dat door verdachte vervaardigde mengsel van olie en benzine, althans een vluchtige en/of brandbare (vloei)stof, overgegoten/besprenkelde goederen (met een aansteker) aangestoken/in brand gestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan die band en/of die motorkap bij de ruitenwisser en/of een of meer (ander(e)) onderde(e)l(en) van die personenauto van het merk Tesla en/of de zich in die personenauto bevindende goederen geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor
- die personenauto van het merk Tesla en/of
- de in die personenauto aanwezige goederen en/of
- die woning gelegen aan de [straat] , perceel/nummer [nummer] en/of
- de inventaris van die aan de [straat] , nummer [nummer] gelegen woning en/of
- de naastgelegen woningen in die [straat] en/of
- de inventaris van die naastgelegen woningen in die [straat] ,
in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
- levensgevaar voor de zich in die [straat] , nummer [nummer] en/of de naastgelegen woningen bevindende personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of
- gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de zich in die [straat] , nummer [nummer] en/of de naastgelegen woningen bevindende personen, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was,
welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 19 april 2018 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of te [plaats] en/of elders in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen,
immers heeft hij, verdachte, in voornoemde periode toen en aldaar opzettelijk tezamen en in vereniging met zijn mededader, althans alleen, die [naam]
- geïnformeerd en/of doen of laten informeren over een conflict dat verdachte en/of zijn mededader had(den) met de eigenaar/houder van de voornoemde personenauto van het merk Tesla, althans informatie van gelijke aard en/of strekking, en/of
- medegedeeld en/of doen of laten mededelen dat er brand moest worden gesticht en/of opdracht gegeven bovenomschreven misdrijf te plegen, althans brand te stichten, (ten nadele van de bewoner van het adres [straat] nummer [nummer] te [plaats] ), althans (een) mededeling(en) van gelijke aard en/of strekking, en/of
- beloofd of doen of laten beloven dat die [naam] mee mocht doen met de (teelt en/of verkoop van en/of handel in) hennepplantjes, althans (een) belofte(n) van gelijke aard en/of strekking, en/of
- medegedeeld en/of doen of laten mededelen dat het er nu anders uit moest zien dan een technische mankement, maar wel degelijk als een brandstichting, met als doel om de eigenaar/houder van voornoemde personenauto van het merk Tesla, angst aan te jagen, althans (een) mededeling(en) van gelijke aard en/of strekking en/of
- vóór de brandstichting € 1500,- , althans een bedrag, betaald en/of doen of laten betalen,
in elk geval heeft hij, verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader, althans alleen, door (een) belofte(n), het verschaffen van (een) middel(en) en/of gelegenheid en/of (een) inlichting(en) voornoemd feit opzettelijk uitgelokt;
2. subsidiair
[naam] in of omstreeks de periode omvattende de dagen 18 april 2018 en 19 april 2018 te [plaats] , in elk geval in de gemeente [gemeente] , aan de [straat] te [plaats] , ter hoogte van perceel/nummer [nummer] , opzettelijk brand heeft gesticht in en/of onder en/of aan een personenauto van het merk Tesla (voorzien van het kenteken [kenteken] ), welke dicht bij de woning [straat] nummer [nummer] stond, immers heeft die [naam] toen aldaar opzettelijk
- een band en/of de motorkap bij de ruitenwisser, althans over een of meer onderde(e)l(en), van die personenauto van het merk Tesla (aan de passagierszijde), met een hoeveelheid van een door verdachte vervaardigd mengsel van olie en benzine, althans een vluchtige en/of brandbare (vloei)stof, overgoten besprenkeld en/of (vervolgens)
- een zogenoemde (poets)doek met een aansteker in brand gestoken en of (vervolgens) op die met dat door verdachte vervaardigde mengsel van olie en benzine, althans een vluchtige en/of brandbare (vloei)stof, overgegoten/besprenkelde band, althans een of meer onderde(e)l(en), van die personenauto van het merk Tesla, gegooid, en/of (zodoende) die met dat door verdachte vervaardigde mengsel van olie en benzine, althans een vluchtige en/of brandbare (vloei)stof, overgegoten/besprenkelde goederen (met een aansteker) aangestoken/in brand gestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan die band en/of die motorkap bij de ruitenwisser en/of een of meer (ander(e)) onderde(e)l(en) van die personenauto van het merk Tesla en/of de zich in die personenauto bevindende goederen geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor
- die personenauto van het merk Tesla en/of
- de in die personenauto aanwezige goederen en/of
- die woning gelegen aan de [straat] , perceel nummer [nummer] en/of
- de inventaris van die aan de [straat] , nummer [nummer] gelegen woning en/of
- de naastgelegen woningen in die [straat] en/of
- de inventaris van die naastgelegen woningen in die [straat] , in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
- levensgevaar voor de zich in die [straat] , nummer [nummer] en/of de naastgelegen woningen bevindende personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of
- gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voorde zich in die [straat] , nummer [nummer] en/of de naastgelegen woningen bevindende personen, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was,
welk bovenomschreven misdrijf [medeverdachte] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 19 april 2018 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of te [plaats] en/of elders in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen,
immers heeft die [medeverdachte] in voornoemde periode toen en aldaar opzettelijk tezamen en in vereniging met zijn mededader, althans alleen, die [naam]
- geïnformeerd en/of doen of laten informeren over een conflict dat verdachte en/of zijn mededader had(den) met de eigenaar/houder van de voornoemde personenauto van het merk Tesla, althans informatie van gelijke aard en/of strekking, en/of
- medegedeeld en/of doen of laten mededelen dat er brand moest worden gesticht en/of opdracht gegeven bovenomschreven misdrijf te plegen, althans brand te stichten, (ten nadele van de bewoner van het adres [straat] nummer [nummer] te [plaats] ), althans (een) mededeling(en) van gelijke aard en/of strekking, en/of
- beloofd of doen of laten beloven dat die [naam] mee mocht doen met de (teelt en/of verkoop van en/of handel in) hennepplantjes, althans (een) belofte(n) van gelijke aard of strekking, en/of
- medegedeeld en/of doen of laten mededelen dat het er nu anders uit moest zien dan een technische mankement, maar wel degelijk als een brandstichting, met als doel om de eigenaar houder van de voornoemde personenauto van het merk Tesla angst aan te jagen, althans (een) mededeling(en) van gelijke aard en/of strekking en/of
- vóór de brandstichting € 1500,-, althans een bedrag, betaald en/of doen of laten betalen, in elk geval heeft die [medeverdachte] tezamen en in vereniging met zijn mededader, althans alleen, door (een) belofte(n), het verschaffen van (een) middel(en) en/of gelegenheid en/of (een) inlichting(en) voornoemd feit opzettelijk uitgelokt,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van l januari 2018 tot en met 19 april 2018 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of te [plaats] en of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest,
immers heeft verdachte in voornoemde periode toen en aldaar opzettelijk die [naam]
- geïnformeerd over een conflict dat verdachte en of zijn mededader had(den) met de eigenaar/houder van de voornoemde personenauto van het merk Tesla, althans informatie van gelijke aard en of strekking, en/of
- medegedeeld dat er brand moest worden gesticht en/of opdracht gegeven bovenomschreven misdrijf te plegen, althans brand te stichten, (ten nadele van de bewoner van het adres [straat] nummer [nummer] te [plaats] ), althans (een) mededeling(en) van gelijke aard en/of strekking, en/of
- beloofd dat die [naam] mee mocht doen met de (teelt en/of verkoop van en/of handel in) hennepplantjes, althans (een) belofte(n) van gelijke aard of strekking, en/of
- medegedeeld dat het er nu anders uit moest zien dan een technische mankement, maar wel degelijk als een brandstichting, met als doel om de eigenaar houder van de voornoemde personenauto van het merk Tesla angst aan te jagen, althans (een) mededeling(en) van gelijke aard en/of strekking en/of
- vóór de brandstichting € 1500,-, althans een bedrag, betaald, althans dat hij, verdachte, op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel(en) en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Inleiding
Op 5 maart 2018 en op 19 april 2018 heeft [naam] (telkens) een Tesla-auto die in gebruik was bij aangeefster [naam] in brand gestoken. [naam] heeft daarover onder meer verklaard dat hij de branden heeft gesticht op verzoek van verdachte, omdat een kameraad van verdachte problemen had met de eigenaar/houder van de auto. Op 8 februari 2024 heeft verdachte een bekennende verklaring afgelegd tegenover de politie, kort gezegd inhoudende dat hij als tussenpersoon heeft opgetreden tussen de opdrachtgever van de brand en [naam] als uitvoerder van de brand. De verdediging heeft ter terechtzitting van het hof verweer gevoerd met betrekking tot de tenlastegelegde uitlokkingsmiddelen en het tenlastegelegde medeplegen.
Uitlokkingsmiddelen
De verdediging heeft met betrekking tot de uitlokkingsmiddelen het standpunt ingenomen dat verdachte enkel het geld voor de eerste brand (€ 1.500,-) aan uitvoerder [naam] heeft gegeven en de belofte van € 1.500,- voor de tweede brand aan [naam] heeft gedaan. Om die reden kunnen alleen die uitlokkingsmiddelen bewezen worden verklaard.
Verdachte ontkent het geldbedrag voor de tweede brand aan [naam] te hebben gegeven. Ook ontkent verdachte dat hij aan [naam] beloftes heeft gedaan over de aankoop van een auto, over het meedoen aan een hennepkwekerij dan wel dat verdachte ‘pep’ heeft overhandigd aan die [naam] . De raadsvrouw heeft aangevoerd dat dit enkel volgt uit de verklaring van [naam] zelf, terwijl die verklaring niet wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Het hof overweegt hierover het volgende.
Verdachte erkent dat hij [naam] voorafgaand aan de eerste brand eerst € 500,- en na de eerste brand € 1.000,- heeft betaald. Ook erkent verdachte dat hij voorafgaand aan de tweede brand [naam] een betaling van € 1.500,- in het vooruitzicht heeft gesteld.
[naam] heeft ter terechtzitting van het hof op 13 augustus 2020 onder meer verklaard [1] :
“Ik kreeg eerst 500 euro en na de brandstichting nog eens 1000 euro. Per Tesla dus 1500 euro. Ook werd mij toegezegd dat ik – als ik de brandstichting zou plegen – mee mocht doen met hennepplantjes.
(…)
Toen het aanbod mij werd gedaan, heb ik gekeken wat er voor mij te halen was. Ik heb wel gevraagd of ze me meer konden bieden; zo is het gekomen dat ik mee mocht doen met de hennep.”
[naam] heeft in zijn verhoor bij de politie op 20 augustus 2020 onder meer verklaard [2] :

Ik was dinsdag met [verdachte] in contact. Op een gegeven moment had [verdachte] een klusje voor me. Hij belde me op een zaterdag dat ik even langs moest komen. Hij wist iemand die wat werk voor me had. [verdachte] zei dat ik naar [plaats] moest rijden. Onderweg zei hij dat ik 1500 euro kon verdienen. (…) [verdachte] zei; Als je deze auto in de brand steekt, dan is het klaar, dan krijg je de andere 1000 euro. Ik kreeg ook 50 gram pep van hem.
(…)
In dat weekend daarop ben ik naar [verdachte] gereden en heb het geld bij hem opgehaald. [verdachte] zei dat ik het goed gedaan had. [verdachte] vroeg me op een gegeven moment nog een keer langs te komen. Ik ging naar het huis van [verdachte] . [verdachte] zei dat er nu gedacht werd dat het een technisch mankement was. Het moest wel op een brandstichting lijken. Ik vroeg waarom dat nu moest. [verdachte] begon mij wat te paaien. Hij zei dat ik wel met hem mee kon naar zijn plantjes. Ik wilde eerst niet nog een keer brand stichten. Voor het geld heb ik het nog wel een keer gedaan. [verdachte] bemiddelde hierin. Hij haalde het geld en betaalde me dat. [verdachte] zei: "Ik geef je gelijk geld”. Voordat ik de auto in brand stak kreeg ik de 1500 euro al.
(…)
Daarna ben ik nog naar de hennepkwekerij mee geweest in [plaats] .
(…) Die was ergens op het Vliet in [plaats] . Dit was een hennepkwekerij in opbouw.”
Op grond hiervan is het hof van oordeel:
- dat verdachte vóór de brandstichting van 5 maart 2018 € 500,- aan [naam] heeft betaald, een betaling van € 1000,- ná de brandstichting in het vooruitzicht heeft gesteld en die betaling nadien ook heeft verricht, en dat hij 50 gram ‘pep’ (het hof begrijpt: speed) aan die [naam] heeft overhandigd;
- dat verdachte voorafgaande aan de brandstichting van 19 april 2018 aan [naam] heeft beloofd dat [naam] mee mocht doen met de teelt of verkoop van of handel in hennepplantjes en € 1500,- heeft beloofd en betaald als beloning voor deze tweede brandstichting.
Dat enkel uit de verklaring van [naam] blijkt van de uitlokkingsmiddelen betreffende het meedoen met de hennepteelt of verkoop van/handel in hennepplantjes dan wel betreffende het leveren van ‘pep’ dan wel de betaling van de gift van € 1.500,- in verband met de tweede brand op 19 april 2018, staat een bewezenverklaring niet in de weg. Het hof heeft geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [naam] over zijn aandeel in de brandstichtingen en over dat van verdachte, ook niet ten aanzien van deze onderdelen, nu [naam] – zoals de rechtbank ook heeft overwogen – uit eigen waarneming een uitgebreide, gedetailleerde en consistente verklaring heeft afgelegd, die tevens belastend is voor hemzelf en wiens verklaring op onderdelen wordt ondersteund door het dossier. Overigens heeft de verdediging ook niet gemotiveerd waarom deze onderdelen van de verklaring van [naam] niet betrouwbaar zouden zijn, anders dan de (kale) ontkenning van verdachte ten aanzien van deze onderdelen. Voor zover de verdediging heeft betoogd dat elk van deze onderdelen van de bewezenverklaring dient te berusten op meer dan één bewijsmiddel, miskent de verdediging de vaste rechtspraak dat de bewijsminimumregels slechts gelden voor de bewezenverklaring als geheel en dat onderdelen van de bewezenverklaring slechts op een enkel bewijsmiddel en daarmee op een getuigenverklaring mogen berusten.
Medeplegen
De verdediging heeft bij pleidooi het standpunt ingenomen dat de rol die verdachte heeft gehad bij de (uitlokking van de) brandstichtingen onvoldoende is geweest om te komen tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde medeplegen. Volgens de verdediging had verdachte een ondergeschikte rol, die geduid moet worden als die van een medeplichtige in plaats van een medepleger.
Het hof overweegt hierover het volgende.
Het hof stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Nauwe en bewuste samenwerking kan onder meer blijken uit de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol van de verdachte in de voorbereiding, uitvoering of afhandeling van het delict en het belang daarvan, zijn aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip. Niet is vereist dat de medeplegers eenzelfde rol vervullen of dezelfde soort gedragingen verrichten bij de uitvoering van het delict, oftewel dat hun rollen inwisselbaar zijn. [3] Wel moet sprake zijn van een wezenlijke bijdrage van de medepleger. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal van voldoende gewicht moeten zijn.
Anders dan de rechtbank en de verdediging is het hof van oordeel dat verdachte wel een rol als medepleger heeft gehad in de tenlastegelegde uitlokkingen van brandstichting.
Het hof stelt voorop dat het dossier voldoende aanknopingspunten bevat voor de conclusie dat verdachte de hierna te noemen handelingen met betrekking tot de brandstichtingen niet heeft verricht vanuit eigen motief noch op eigen initiatief, maar op verzoek van een ander, zijn medepleger. Immers, verdachte heeft het er van meet af aan over dat hij is benaderd om de brandstichtingen te laten plegen, en dit wordt bevestigd door de verklaring van [naam] . Op dit moment staat niet vast
wiedie medepleger is geweest. Om die reden zal het hof daarover geen uitspraak doen en in onderhavige zaak enkel de bijdrage van verdachte aan de twee tenlastegelegde uitlokkingen van brandstichting beoordelen.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat verdachte de uitvoerder van de brandstichtingen heeft geregeld. Hij heeft contact gezocht met [naam] en hem deze ‘klus’ aangeboden, wetende dat [naam] geld wilde verdienen en in het verleden al veroordeeld is voor brandstichting. Vervolgens is verdachte twee dagen voorafgaande aan de eerste brand in het kader van een voorverkenning met [naam] naar [plaats] gereden. Tijdens deze autorit heeft verdachte [naam] geïnformeerd over problemen tussen een kameraad van verdachte en de eigenaar van de Tesla-auto die in de brand gestoken moest worden. Tijdens de voorverkenning heeft verdachte de betreffende auto van het slachtoffer bij de woning aangewezen en daarbij gezegd
“Als je deze auto in de brand steekt, dan is het klaar, dan krijg je de andere 1000 euro”. Verdachte heeft eveneens de daadwerkelijke betalingen voor de brandstichting verricht, door [naam] het voorschot van € 500,- voorafgaande aan de brand van 5 maart 2018 en de beloofde € 1000,- na afloop van die brand te overhandigen.
Verder blijkt uit de verklaring van [naam] dat hij, [naam] , tijdens de voorverkenning naast het geld ook nog 50 gram ‘pep’ (het hof begrijpt: speed) van verdachte heeft gekregen.
Enkele weken later heeft verdachte opnieuw [naam] benaderd, dit keer voor een tweede brandstichting aan de auto van het slachtoffer. Daarbij is het verdachte geweest die heeft medegedeeld dat het bij de tweede brand wel op brandstichting moest lijken. Bij dit tweede verzoek heeft verdachte bovendien tegen [naam] gezegd dat [naam] wel met verdachte mee kon naar zijn plantjes. [naam] is ook met verdachte naar een hennepkwekerij in opbouw geweest op het Vliet in [plaats] . Verder heeft verdachte bemiddeld in de betaling van [naam] voor de tweede brandstichting. Verdachte heeft het geld gehaald en [naam] betaald, zo heeft [naam] verklaard.
Het hof is van oordeel dat verdachte met de hiervoor omschreven handelingen met betrekking tot de brandstichtingen een aanzienlijke en wezenlijke bijdrage heeft gehad in de uitlokking van de brandstichtingen. Verdachte was als tussenpersoon de onmisbare schakel tussen de initiatiefnemer en de uitvoerder van de brandstichtingen. De rol die verdachte heeft gehad in de uitlokking van de brandstichtingen was zo essentieel voor de uitvoering van die brandstichtingen, dat geen sprake is van medeplichtigheid maar van medeplegen. Dat het motief, het plan en de middelen mogelijk afkomstig waren van een ander dan wel dat verdachte mogelijk beïnvloed is door een ander, zoals de verdediging stelt, doet niet af aan het gewicht dat verdachte heeft gehad in de uitvoering van de uitlokking van de twee brandstichtingen.
Het hof concludeert op grond van het voorgaande dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en een ander, de medepleger, is komen vast te staan. Daarmee kan het tenlastegelegde medeplegen van verdachte met een ander wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.primair
[naam] in de periode omvattende de dagen 4 maart 2018 en 5 maart 2018 te [plaats] , in de gemeente [gemeente] , aan de [straat] te [plaats] , ter hoogte van nummer [nummer] , opzettelijk brand heeft gesticht onder en aan een personenauto van het merk Tesla, voorzien van het kenteken [kenteken] , welke dicht bij de woning [straat] nummer [nummer] stond, immers heeft die [naam] toen aldaar opzettelijk
- de ruitenwisser en een band van die personenauto van het merk Tesla aan de bestuurderszijde, met een hoeveelheid van een door hem vervaardigd mengsel van olie en benzine overgoten/besprenkeld en vervolgens
- die met dat mengsel van olie en benzine overgegoten/besprenkelde ruitenwisser en band van die personenauto van het merk Tesla met een aansteker aangestoken, ten gevolge waarvan die ruitenwisser en die band en andere onderdelen van die personenauto van het merk Tesla en zich in die personenauto bevindende goederen geheel of gedeeltelijk zijn verbrand,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor
- die personenauto van het merk Tesla en
- de in die personenauto aanwezige goederen en
- die woning gelegen aan de [straat] [nummer] en
- de inventaris van die aan de [straat] [nummer] gelegen woning en
- de naastgelegen woningen in die [straat] en
- de inventaris van die naastgelegen woningen in die [straat] , en
- levensgevaar voor de zich in die [straat] [nummer] bevindende personen en
- gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de zich in die [straat] [nummer] bevindende personen te duchten was,
welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in de periode van 1 januari 2018 tot en met 5 maart 2018, in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften en het verschaffen van inlichtingen,
immers heeft hij, verdachte, in voornoemde periode toen en aldaar opzettelijk tezamen en in vereniging met zijn mededader, die [naam]
- geïnformeerd over een conflict dat verdachte en/of zijn mededader had(den) met de eigenaar/houder van de voornoemde personenauto van het merk Tesla, althans informatie van gelijke aard en/of strekking, en
- medegedeeld dat er brand moest worden gesticht en opdracht gegeven bovenomschreven misdrijf te plegen, ten nadele van de bewoner van het adres [straat] [nummer] te [plaats] , en
- de plaats en het adres waar de personenauto van het merk Tesla stond aangewezen en
- vóór de brandstichting € 500,- betaald en een betaling van € 1000,- ná de brandstichting in het vooruitzicht gesteld en
- 50 gram pep (speed) overhandigd;
2.primair
[naam] in de periode omvattende de dagen 18 april 2018 en 19 april 2018 te [plaats] , in de gemeente [gemeente] , aan de [straat] te [plaats] , ter hoogte van nummer [nummer] , opzettelijk brand heeft gesticht onder en aan een personenauto van het merk Tesla, voorzien van het kenteken [kenteken] , welke dicht bij de woning [straat] [nummer] stond, immers heeft die [naam] toen aldaar opzettelijk
- een band en de motorkap bij de ruitenwisser van die personenauto van het merk Tesla aan de passagierszijde, met een hoeveelheid van een door hem vervaardigd mengsel van olie en benzine overgoten/besprenkeld en vervolgens
- een zogenoemde poetsdoek met een aansteker in brand gestoken en vervolgens op die met dat mengsel van olie en benzine overgegoten/besprenkelde band van die personenauto van het merk Tesla gegooid, en zodoende die met dat mengsel van olie en benzine overgegoten/besprenkelde goederen met een aansteker aangestoken, ten gevolge waarvan die band en die motorkap bij de ruitenwisser en andere onderdelen van die personenauto van het merk Tesla en de zich in die personenauto bevindende goederen geheel of gedeeltelijk zijn verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor
- die personenauto van het merk Tesla en
- de in die personenauto aanwezige goederen en
- die woning gelegen aan de [straat] [nummer] en
- de inventaris van die aan de [straat] [nummer] gelegen woning en
- de naastgelegen woningen in die [straat] en
- de inventaris van die naastgelegen woningen in die [straat] , en
- levensgevaar voor de zich in die [straat] [nummer] bevindende personen, en
- gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de zich in die [straat] [nummer] bevindende personen te duchten was,
welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in de periode van 1 januari 2018 tot en met 19 april 2018 in Nederland opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften en het verschaffen van inlichtingen,
immers heeft hij, verdachte, in voornoemde periode toen en aldaar opzettelijk tezamen en in vereniging met zijn mededader, die [naam]
- geïnformeerd over een conflict dat verdachte en/of zijn mededader had(den) met de eigenaar/houder van de voornoemde personenauto van het merk Tesla, althans informatie van gelijke aard en/of strekking, en
- medegedeeld dat er brand moest worden gesticht en opdracht gegeven bovenomschreven misdrijf te plegen, ten nadele van de bewoner van het adres [straat] [nummer] te [plaats] , en
- beloofd dat die [naam] mee mocht doen met de teelt of verkoop van of handel in hennepplantjes, en
- medegedeeld dat het er nu anders uit moest zien dan een technisch mankement, maar wel degelijk als een brandstichting, met als doel om de eigenaar/houder van voornoemde personenauto van het merk Tesla angst aan te jagen, en
- vóór de brandstichting € 1500,- betaald.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van uitlokking van:
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.
Het onder 2 primair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van uitlokking van:
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

Standpunt openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting van het hof gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 primair en feit 2 primair veroordeeld zal worden tot een gevangenisstraf voor de duur van zes en een half jaar, gelet op de ernst van de feiten en het ondermijnende karakter daarvan. De advocaat-generaal heeft daarbij rekening gehouden met een overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft bepleit dat bij de straftoemeting in matigende zin rekening gehouden dient te worden met de omstandigheid dat vanuit verdachte bezien geen sprake was van een aanval op de rechtsstaat, nu verdachte niet wist dat het slachtoffer curator dan wel advocaat was. Daarnaast heeft de verdediging verzocht rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep.
Verder heeft de verdediging gewezen op de gedurende het hoger beroep gewijzigde regeling aangaande de voorwaardelijke invrijheidstelling (VI). Ten gevolge van die nieuwe VI-regeling zou bij een gevangenisstraf van zes jaren onder de huidige regelgeving de feitelijke detentie van verdachte eenzelfde periode duren als in geval van de door de rechtbank opgelegde gevangenisstraf van zeven jaren onder de oude VI-regeling. Gelet hierop en de omstandigheid dat verdachte zijn straf al (bijna) heeft uitgezeten, verzoekt de verdediging een gevangenisstraf van in ieder geval niet meer dan zes jaren aan verdachte op te leggen.
Oordeel hof
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden.
Verdachte heeft zich tweemaal schuldig gemaakt aan uitlokking van brandstichting aan twee auto’s van c.q. in gebruik bij het slachtoffer. Door deze brandstichtingen zijn beide auto’s uitgebrand. Daar komt bij dat de auto’s in beide gevallen zeer nabij de woning van het slachtoffer geparkeerd stonden, waardoor het gevaar is ontstaan dat de branden zouden overslaan naar de woning van het slachtoffer, terwijl het slachtoffer en haar kinderen tijdens de brandstichting in de woning lagen te slapen. Door de nauwe straat waarin de auto’s zich bevonden tijdens de brandstichtingen ontstond bovendien gevaar voor de omliggende woningen in de straat.
Brandstichting is reeds in het algemeen een zeer ernstig strafbaar feit wegens het destructieve en gevaarzettende karakter. Brandstichting kan gevoelens van angst en onveiligheid oproepen bij de aanwezige personen. De ervaring leert dat slachtoffers van brandstichting soms nog langdurig met psychische klachten daarvan kampen. Ook kan brandstichting leiden tot maatschappelijke onrust en aanzienlijke materiële schade tot gevolg hebben.
Daar komt in onderhavige zaak het volgende bij. Het slachtoffer is werkzaam als faillissementscurator. Het dossier bevat voldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat het motief van de brandstichtingen is gelegen in de sfeer van de faillissementswerkzaamheden van het slachtoffer. Uit de verklaring van [naam] blijkt dat de branden gesticht moesten worden om angst aan te jagen, omdat een kameraad van verdachte problemen had met de eigenaar van de auto (de curator). De eerste brand had onvoldoende angstaanjagend effect gehad, omdat men dacht dat de brand door een technische mankement was ontstaan. Daarom moest er nogmaals een auto van de curator in brand gestoken worden, waarbij duidelijk moest zijn dat brandstichting de oorzaak was. Deze gang van zaken geeft blijk van een uiterst doelgerichte werkwijze, waarbij niet is gehandeld in een opwelling, maar waarbij men consequent en meedogenloos slechts één doel voor ogen had, te weten het op ernstige wijze intimideren van de curator.
Zoals de rechtbank heeft overwogen heeft een faillissementscurator tot taak om een failliete boedel te beheren en te vereffenen ten bate van alle schuldeisers. Daarbij heeft de curator ook een signaleringsfunctie bij aanwijzingen van faillissementsfraude. Een curator kan hierdoor op gespannen voet komen te staan met de failliet of met personen met wie de failliet voorafgaand aan het faillissement zaken heeft gedaan. Echter, indien een curator bij het uitoefenen van deze taak wordt geïntimideerd door (ernstige) strafbare feiten, is dat een ontoelaatbare ondermijning van de rechtsstaat. Net als de rechtbank rekent het hof dit verdachte zwaar aan. De enige passende reactie is dan ook een langdurige gevangenisstraf, zulks niet alleen ter vergelding, maar ook om de norm scherp te stellen voor verdachte, zijn omgeving en de samenleving.
Het hof volgt de verdediging niet in het standpunt dat vanuit verdachte bezien geen sprake was van een aanval op de rechtsstaat. Onder meer uit de verklaring van verdachte ter terechtzitting van het hof blijkt dat verdachte wel degelijk wist dat het slachtoffer curator was. Bovendien wist verdachte dat sprake was van een faillissement dan wel van financiële problemen en goederen die waren weggehaald waarbij het slachtoffer betrokken was, en dat de auto’s daarom in brand gestoken moesten worden om angst aan te jagen en te intimideren. Dat verdachte mogelijk niet wist dat een curator tevens advocaat kan zijn, acht het hof niet relevant.
Gelet op het bovenstaande is het hof van oordeel dat de door de rechtbank opgelegde gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren in beginsel passend en geboden is. Daarbij heeft het hof tevens gelet op een uittreksel justitiële documentatie van verdachte van
8 oktober 2024, waaruit blijkt dat verdachte in het verleden veelvuldig en voor verschillende soorten delicten is veroordeeld, maar niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit als de bewezenverklaarde feiten.
Om de hierna te noemen redenen zal het hof de duur van de op te leggen gevangenisstraf matigen.
Het hof stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Als uitgangspunt heeft in deze zaak, waarin de verdachte in verband met de bewezenverklaarde feiten in voorlopige hechtenis verkeert, te gelden dat de behandeling op zitting moet zijn afgerond met een eindarrest binnen zestien maanden nadat hoger beroep is ingesteld, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsvrouw op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
Het hof overweegt met betrekking tot het procesverloop in hoger beroep in deze zaak het volgende. De verdachte heeft 24 maart 2021 hoger beroep ingesteld. Op 8 oktober 2021 heeft een regiezitting bij het hof plaatsgevonden in verband met een verzoek van de verdediging tot nader onderzoek, welk verzoek is toegewezen. Op 17 januari 2022 heeft in het kader van dat nader onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) een regiezitting bij de raadsheer-commissaris plaatsgevonden. Op 26 augustus 2022 heeft het NFI een onderzoeksvoorstel opgemaakt inhoudende de resultaten van een vooronderzoek en een voorstel tot nader onderzoek. Vervolgens heeft het NFI het (nader) onderzoeksrapport van 14 maart 2023 opgeleverd. Daarop is de zaak voor inhoudelijke behandeling gepland op de zitting van 9 november 2023. Laatstgenoemde behandeling is echter aangehouden in verband met de aanhouding van de zaak van de medeverdachte en de samenhang tussen beide zaken. In de zaak van de medeverdachte is op verzoek van het openbaar ministerie in maart 2024 een getuige gehoord bij de raadsheer-commissaris. In de tussentijd heeft verdachte in februari 2024 op eigen initiatief een bekennende verklaring afgelegd tegenover de politie. Vervolgens is de zaak op de zitting van 7 november 2024 inhoudelijk behandeld en wordt dit arrest op 21 november 2024 uitgesproken.
Het hof is van oordeel, gelet op genoemd procesverloop, dat de behandeling van de zaak in hoger beroep niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden. Het hof overweegt dat de overschrijding van de redelijke termijn tot aan 9 november 2023 is ingegeven door het NFI-onderzoek dat op verzoek van de verdediging heeft plaatsgevonden, terwijl verdachte een jaar na oplevering van het NFI-rapport alsnog op eigen initiatief een bekennende verklaring heeft afgelegd. Echter, over het geheel bezien en rekening houdende met de reden van aanhouding van de inhoudelijke behandeling op 9 november 2023 is het hof van oordeel dat de overschrijding van de redelijke termijn niet in overwegende mate is te wijten aan verdachte.
Gelet daarop en gelet op de ouderdom van de zaak is het hof van oordeel dat een en ander een matiging van de op te legen straf tot gevolg moet hebben. Het hof zal de op te leggen gevangenisstraf daarom matigen met een periode van zes maanden, waarmee naar het oordeel van het hof ten opzichte van de strafoplegging door de rechtbank in afdoende mate rekening is gehouden met de (mogelijke) effecten van de gewijzigde regelgeving ten aanzien van de voorwaardelijke invrijheidsstelling.
Alles overwegende leidt het vorenstaande ertoe dat het hof aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes jaren en zes maanden zal opleggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 47, 57, 63 en 157 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en
2 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair en 2 primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren en 6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. E.W. van Weringh, voorzitter,
mr. G.A. Versteeg en mr. L. Pieters, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.B. Haak, griffier,
en op 21 november 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Proces-verbaal terechtzitting d.d. 13 augustus 2020 van het hof Arnhem- Leeuwarden in de strafzaak met parketnummer 21-001542-20, opgenomen in het procesdossier van onderzoek [naam] met onderzoeksnummer BVH PL0100-2018094872, sluitingsdatum 12 november 2020, op pagina 197 e.v.
2.Een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 20 augustus 2020, met proces-verbaalnummer 270, opgenomen in het procesdossier van onderzoek [naam] met onderzoeksnummer BVH PL0100-2018094872, sluitingsdatum 12 november 2020, op pagina 203 e.v.
3.HR 10 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV5575.