2.4In het deskundigenbericht heeft de deskundige de vragen beantwoord, en de conclusies en aanbevelingen geformuleerd:
“
1. Hoe is de relatie tussen partijen op ouderniveau? Is er een herkenbaar patroon in de wijze waarop zij met elkaar omgaan?
De relatie tussen de partijen op ouderniveau is kwetsbaar en gekenmerkt door conflicten en verschillende overtuigingen over ouderschap. De transitie van ex-partnerschap naar gezamenlijk ouderschap is ernstig gestagneerd, en de hardnekkige patronen van vijandigheid en onenigheid moeten doorbroken worden om een constructieve toekomst voor beide ouders en hun kind te kunnen waarborgen. (…)
2. Kan de ouderrelatie zodanig worden verbeterd, dat [de minderjarige] buiten de strijd van partijen blijft?
Gezien de huidige staat van de ouderrelatie en de voortdurende conflicten, is het verbeteren van de ouderrelatie om [de minderjarige] buiten de strijd te houden niet haalbaar. De focus moet liggen op parallel solo-ouderschap met duidelijke scheidingen tussen de verantwoordelijkheden van de ouders en minimale communicatie. Dit biedt de beste kans om [de minderjarige] te beschermen tegen de negatieve effecten van de voortdurende ouderlijke strijd. (…)
3. Is de communicatie tussen partijen een belemmering om gezamenlijk vorm te geven aan het ouderschap?
De communicatie tussen partijen is momenteel een significante belemmering voor gezamenlijk ouderschap. Door een professional die tussen ouders staat, het opstellen van duidelijke zorg en opvoedingstaken en het beperken van directe communicatie, kan er gewerkt worden aan een constructievere aanpak die het welzijn van [de minderjarige] centraal stelt. (…)
4. Kan de communicatie tussen de ouders ten aanzien van hun ouderschap zodanig worden verbeterd dat redelijkerwijs verwacht mag worden dat zij in de toekomst in overleg beslissingen omtrent [de minderjarige] kunnen nemen en dat zij in de toekomst in staat zijn om beiden aanwezig te zijn hij de overdracht tijdens de zorgregeling en bij overige voor [de minderjarige] belangrijke gebeurtenissen?
Parallel ouderschap met minimale communicatie is momenteel de meest haalbare oplossing. Dit zorgt voor minder stress en voorkomt directe confrontaties. Ouders moeten afzonderlijk aanwezig zijn bij overdrachten om spanningen te verminderen en het welzijn van [de minderjarige] te waarborgen. (…)
5. In hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in de onderzoeksvragen, maar wel van belang zijn met betrekking tot de ontwikkeling en opvoeding van [de minderjarige] ? En zo deze naar voren komen, welke zijn dit?
Het onderzoek heeft ernstige zorgen aan het licht gebracht over de positie van [de minderjarige] tussen de strijdende ouders. Om zijn ontwikkeling en opvoeding te beschermen, is het noodzakelijk om structurele veranderingen in de communicatie en omgang tussen de ouders door te voeren en de naleving van gerechtelijke beschikkingen te waarborgen. (…)
Conclusies en Aanbevelingen
Het is helaas niet gelukt om een vorm voor de omgangsregeling te vinden die voor beide werkt. Beide ouders hebben een andere visie om het ouderschap in te vullen. Waar moeder zich wil richten op solo/parallel ouderschap (beide huishoudens geheel los van elkaar, met weinig communicatie of emotionele betrokkenheid tussen ouders) wil vader zoveel mogelijk samenwerken, overleggen en ervaringen delen met het kind en met elkaar. Ondanks dat de communicatie van hem met moeder niet constructief is lijkt hij daarop in te zetten. Moeder wil co-ouderschap en haar focus op [de minderjarige] richten en focus op haar eigen leven Vader wil zich richten op communicatie met moeder en zoveel mogelijk samendoen. Vader lijkt vanuit innerlijke overtuiging een solo ouderschap van moeder niet te accepteren en dat blijft tussen hen in de gesprekken op de voorgrond staan. Bijgaande antwoorden in de bijlage van ouders onderbouwen deze verschillende zienswijzen.
Het lijkt erop dat [de minderjarige] beschermd moet worden tegen de strijd tussen zijn ouders. Om dit te bereiken, komt de noodzakelijkheid naar voren om de communicatie tussen de ouders te beperken tot essentiële zaken en dit via gestructureerde kanalen te laten verlopen. Dit kan ervoor zorgen dat de strijd niet onnodig wordt aangejaagd. Daarnaast is het van belang dat ouders zich strikt houden aan de rechtbankbeschikkingen, zoals het verbod op contact met de andere ouder tijdens het verblijf bij een van hen.
Wat de rol van de rechter betreft, lijkt het belangrijk dat de rechter zorgvuldig beoordeelt of eenhoofdig gezag moet blijven in het licht van de huidige problematische communicatie en het voortdurende conflict.
Het is aan te bevelen dat zowel de ouders als [de minderjarige] baat kunnen hebben bij individuele professionele ondersteuning vanuit systemische/gezinstherapie. Dit kan hen helpen beter om te gaan met de huidige dynamiek en het welzijn van [de minderjarige] te waarborgen.”