Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Omvang van het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
- veroordeling van verdachte ter zake van het onder 1 primair tenlastegelegde feit met parketnummer 05-235763-21 tot een gevangenisstraf voor de duur van tweeëntwintig maanden;
- gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] , te weten tot € 300,-, vermeerderd met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en tot niet-ontvankelijkheid ten aanzien van het overige gevorderde;
- gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] , te weten € 4.500,-, vermeerderd met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en;
- onttrekking aan het verkeer ten aanzien van de in beslag genomen computer van verdachte.
Het vonnis voor zover in hoger beroep aan de orde
De tenlastelegging
Overweging met betrekking tot het bewijs
het hof begrijpt: de telefoon van [slachtoffer] )dan?
Bewezenverklaring
één ofmeerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van 7 oktober 2016 tot en met 4 juli 2020 te [pleegplaats] , gemeente [gemeente] , althans in Nederland, ontucht heeft gepleegd met
zijn minderjarig stiefkind, althansde aan zijn zorg en
/ofwaakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2005, door (telkens)
/oftussen de schaamlippen en
/ofaan de borsten van die [slachtoffer] en
/of
/ofbillen en
/ofborsten en
/ofbenen en
/ofrug van die [slachtoffer] te betasten/masseren en
/of
/in de vagina en/of tussende schaamlippen van die [slachtoffer] te brengen en
/of
de vagina en/ofhet lichaam van die [slachtoffer] te wrijven/schuren en
/ofzijn, verdachtes, penis te laten betasten door die [slachtoffer] .
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden.
8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 4.500,00 (vierduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.