Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Het onderzoek van de zaak
Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht
- de verdachte ter zake van de onder 1 primair bewezen verklaarde verkrachting veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achtendertig maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk, met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorarrest en met een proeftijd van vijf jaren, met als bijzondere voorwaarden een periodiek reclasseringstoezicht, opname in de Forensisch Psychiatrische Kliniek in [plaats] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, voor de duur van een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, alsmede een inspanningsverplichting van de verdachte op het vlak van het vinden en behouden van betaald of onbetaald werk, met een vaste structuur;
- de gedragsbeïnvloedende / vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd;
- de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding.
De tenlastelegging
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde feit
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte door zijn handelen een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Zij heeft op jonge
- de mate, de aard en grofheid van de (seksuele) handeling die jegens het slachtoffer is toegepast. De verdachte heeft op ernstige wijze misbruik gemaakt van zijn fysieke overwicht op het beduidend jongere, minderjarige slachtoffer. Een verkrachting als deze pleegt ook bij anderen die daarvan kennis krijgen gevoelens van angst en onveiligheid te veroorzaken;
- de binnen de zittende magistratuur ontwikkelde oriëntatiepunten (LOVS-oriëntatiepunten), dienende als handreiking voor de rechterlijke straftoemeting ter zake van verkrachting. De LOVS-oriëntatiepunten hanteren als uitgangspunt bij een enkele verkrachting met geweld of met een daarmee vergelijkbare mate van dwang een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zesendertig maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
.De verdachte heeft zich ten aanzien van de hoogte van de gevorderde schadevergoeding gerefereerd aan het oordeel van het gerechtshof. Gelet op de aard en de ernst van de normschending en de gevolgen die het feit voor de benadeelde partij heeft gehad, is het gerechtshof van oordeel dat de gevorderde immateriële schade kan worden toegewezen. Het gevorderde bedrag komt het gerechtshof niet onredelijk voor
.Dat geldt tevens voor de gevorderde materiële schade. Die schade is voldoende onderbouwd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
38 (achtendertig) maanden.
8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
5 (vijf) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 5 (vijf) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.