Uitspraak
TFFG,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerden]
1.Het verloop van de procedure bij de rechtbank
2.Het verloop van de procedure in hoger beroep
30 juli 2024, in hoger beroep gekomen van de hiervoor genoemde beschikking. Het beroepschrift strekt ertoe dat het hof de bestreden beschikking (deels) zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, TFFG alsnog verlof zal verlenen tot het leggen van conservatoir verhaalsbeslag op de bankrekeningen die [geïntimeerden] aanhouden bij ABN AMRO, de Rabobank, de SNS Bank (de Volksbank), Knab (voorheen Aegon) en ING Bank. TFFG verzoekt daarbij haar vordering te begroten op € 4.500.000,- en de termijn waarbinnen de hoofdzaak aanhangig wordt gemaakt te bepalen op 14 dagen na beslaglegging.
3.De feiten
4 januari 2021 blijkt dat [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] haar erfgenamen zijn. Uit het afschrift boedelregister blijkt dat (in ieder geval) [geïntimeerde1] de nalatenschap beneficiair aanvaard heeft en is daarmee van rechtswege tevens vereffenaar in die nalatenschap geworden. [4] Ditzelfde kan ook worden aangenomen voor [geïntimeerde2] gelet op de executele van 4 januari 2021.
4.De beoordeling
laterin het voordeel van TFFG is beslist – en derhalve sprake is van bedrog waarvan [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] wetenschap zouden hebben –, nog niet leidt tot de conclusie dat het voeren van verweer
ten tijdevan de procedures evident ongegrond is. Dat de vereffenaars hadden moeten inzien dat de kansen op succes in de procedure zeer gering waren, is daarvoor onvoldoende en is ook niet aannemelijk gemaakt.
opzettelijkeonttrekking van verhaal door de schuldeisers.