Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Samen Veilig Midden-Nederland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 november 2024 een tussenbeschikking gegeven in een hoger beroep betreffende de omgangsregeling en het gezag van de ouders over hun minderjarige kinderen. De vader, verzoeker in hoger beroep, is het niet eens met de afwijzing van zijn verzoek om de gecertificeerde instelling (GI) te vervangen en om een nieuwe omgangsregeling vast te stellen. De GI, verweerster in hoger beroep, heeft verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen. De kinderen zijn onder toezicht gesteld van de GI en wonen sinds 23 juni 2020 bij pleegouders. De vader heeft drie grieven ingediend en verzoekt om een gefaseerde uitbreiding van de omgang met zijn kinderen.
Het hof heeft vastgesteld dat er sinds de laatste beschikking van de kinderrechter in augustus 2022 wijzigingen in de omstandigheden zijn opgetreden. De vader en de GI hebben verschillende visies over de omgangsregeling. De GI stelt dat de kinderen ruimte nodig hebben voor verwerking van hun verleden en dat uitbreiding van de omgang pas mogelijk is als de samenwerking tussen de vader en de GI verbetert. Het hof heeft besloten de behandeling van de zaak aan te houden, omdat het zich onvoldoende voorgelicht acht om een verantwoorde beslissing te nemen. Het hof verzoekt beide partijen om uiterlijk op 12 mei 2025 te rapporteren over de voortgang van de samenwerking en de omgangsregeling.
De beschikking is uitgesproken in het openbaar en de partijen zijn verzocht om proactief te blijven in hun samenwerking. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan voor de duur van zes maanden.