Uitspraak
18-232368-22 op de vordering ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, in de zaak tegen
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
De beslissing waarvan beroep
€ 12.859,19 uitgaat van drie oogsten. Ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat de betrokkene een bedrag van € 12.859,19 reeds aan [benadeelde partij] heeft terugbetaald. Uitgaande van een kweekcyclus van circa tien weken, stelt het hof vast dat de betrokkene gedurende de bewezen verklaarde periode van 1 januari 2022 tot en met 1 maart 2022 één oogst heeft gehad. Het hof zal het bedrag van € 12.859,19 door drie delen.
€ 4.286,40 –overstijgen het door betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel van € 1.500,00, waardoor het voordeel voor betrokkene onder aan de streep negatief is.
0,00.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
0,00 (nul euro).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel vast op
nihil.