ECLI:NL:GHARL:2024:6855

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 november 2024
Publicatiedatum
8 november 2024
Zaaknummer
21-0000915-24
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep inzake pogingen tot afpersing en brandstichting met getuigenverzoeken

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 november 2024 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, van 15 februari 2024. De verdachte wordt beschuldigd van twee pogingen tot afpersing en brandstichting. Het hof heeft de verzoeken van de verdediging om getuigen te horen en stukken aan het dossier toe te voegen beoordeeld. De verdediging heeft verschillende getuigen voorgesteld, waaronder de echtgenote en zus van een getuige, alsook een expert die een rapport heeft opgesteld over de brandstichting. Het hof heeft besloten om enkele verzoeken tot het horen van getuigen toe te wijzen, terwijl andere verzoeken zijn afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing van het belang van de getuigen voor de zaak. Het hof heeft ook besloten dat het onderzoek naar de zaak voor maximaal drie maanden wordt geschorst, omdat het zittingsrooster van het hof een eerdere behandeling niet toelaat. De zaak zal worden hervat op een nog nader te bepalen datum.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000915-24
Uitspraak d.d.: 5 november 2024
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, van 15 februari 2024 met parketnummer 05-250224-22, en de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling met parketnummer 23-0032978-12, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in P.I. [plaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit tussenarrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 22 oktober 2024.
Het hof heeft kennisgenomen van het standpunt van de advocaat-generaal.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. C. Ihataren namens mr. S.L.J. Janssen, naar voren is gebracht.

Onderzoekswensen van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft bij appelschriftuur van 12 maart 2024 een aantal onderzoekswensen ingediend. Ter zitting hebben verdachte en de raadsvrouw deze onderzoekswensen toegelicht. De verzoeken zijn als volgt.

1. Horen van [getuige] als getuige

[getuige] is volgens verdachte degene geweest die berichten heeft verzonden die aan verdachte worden toegeschreven. Er is meermalen geprobeerd [getuige] als getuige te horen maar zonder succes omdat hij ondanks diverse toezeggingen telkens niet kwam opdagen bij een verhoor. De getuige is toegewezen door de rechtbank, maar (dus) niet gehoord.

2. Horen van [getuige 2] , echtgenote van [getuige] , als getuige, en

3. Horen van [getuige 3] , zus van [getuige] , als getuige

De echtgenote en zus van [getuige] hebben zich eerder bij de politie gemeld en hebben daar verklaringen afgelegd over de problemen die [getuige] had veroorzaakt, het feit dat hij kort na de aanhouding van verdachte het land zou hebben verlaten en over contacten die zij met derden daarover hebben gehad. Zeker als het niet lukt om [getuige] te horen, kunnen zij wellicht meer verklaren over hetgeen zij van [getuige] hebben vernomen over de problemen waarin hij is terechtgekomen om op die manier de verklaring van verdachte nader te kunnen ondersteunen.

4. [naam] horen, verantwoordelijk voor het rapport van [bedrijf]

In het rapport wordt beschreven dat [naam] onderzoek heeft gedaan aan de [automerk] die aan getuige [getuige 4] toebehoorde. De bevindingen van dit rapport zijn door het openbaar ministerie en de rechtbank betrokken bij de bewijsvoering. De verdediging wenst de expert over dat rapport te kunnen ondervragen.

5. Horen van [getuige 4] als getuige

De heer [getuige 4] is als slachtoffer van brandstichting aangemerkt. Het betreft bovengenoemde [automerk] , die op 2 september 2022 brand heeft gevat en is uitgebrand. De politie heeft meermalen met hem gesproken maar hij is nooit als getuige gehoord.
Nu de rechtbank in het vonnis tot uitgangspunt lijkt te hebben genomen dat deze brandstichting samenhangt met dreigende berichten aan het adres van [getuige 4] die in een van de mobiele telefoons is aangetroffen en waarin onder meer gesproken wordt over een schuld die openstaat bij [naam] uit [plaats] , wenst de verdediging de getuige te kunnen bevragen omtrent de inhoud van die tekst en in het bijzonder of [getuige 4] schulden heeft, zo ja bij wie, of daarover contact is gezocht, zo ja wanneer en op welke wijze, en of en in hoeverre de brandstichting daar enig verband mee houdt, of hij verdachte kent en zo ja waarvan, het verloop van de contacten met de politie, en al het overige dat relevant of noodzakelijk wordt geacht ten behoeve van de verdediging.

6. Horen van [getuige 5] als getuige

De heer [getuige 5] betreft een zakelijk contact van verdachte en [getuige] , die niet alleen wetenschap zou hebben van de gang van zaken rondom [getuige] en de schulden die deze had gemaakt, maar ook wetenschap zou hebben over het gebruik van de woning aan de [straatnaam] door anderen dan verdachte, de manier waarop door verdachte en anderen werd omgegaan met mobiele telefoons en de handel in auto's door verdachte. Hij zou op meerdere onderdelen de verklaring van verdachte kunnen bevestigen. Deze getuige zou ook gebruik hebben gemaakt van het appartement aan de [straatnaam] .

7. Toevoegen van reclasseringsrapporten aan het dossier

Tot slot verzoekt de verdediging om de rapportages die in de loop der jaren over verdachte zijn opgemaakt door reclassering en die zien op het toezicht op de naleving van de voorwaarden in de tijd dat verdachte voorwaardelijk in vrijheid werd gesteld, aan het dossier toe te voegen.
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het volgende standpunt gesteld.

1. Horen van [getuige]

Gelet op het feit dat de verdediging geen nadere gegevens over de verblijfplaats van [getuige] heeft verstrekt is het ook in hoger beroep onwaarschijnlijk dat de getuige binnen afzienbare tijd gehoord kan worden. Daarom moet dit verzoek worden afgewezen.

2. en 3. Horen van [getuige 2] en [getuige 3]

Deze verzoeken moeten worden afgewezen, nu door de verdediging onvoldoende concreet is onderbouwd over welke punten deze getuigen kunnen verklaren.

4. Horen van [naam]

Evers heeft het [bedrijf] expertiserapport over de uitgebrande [automerk] opgesteld. Dit rapport is door de rechtbank gebruikt in de bewijsconstructie van feit 2. Uit de onderbouwing van het verzoek door de verdediging blijkt niet dat zij de inhoud van het rapport opgesteld door [naam] betwisten. Welk belang de verdediging heeft bij het horen van deze getuige is daarom onduidelijk. Het verzoek dient te worden afgewezen. Indien uw hof wel een belang ziet voor de verdediging om [naam] te bevragen, kan in overweging worden genomen om de deskundige schriftelijk vragen van de verdediging te laten beantwoorden.

5. Horen van [getuige 4]

De verklaring van [getuige 4] is door de politie opgenomen in een proces-verbaal van bevindingen. Dit proces-verbaal van bevindingen is door de rechtbank gebruikt in de bewijsconstructie van feit 2. De verdediging heeft nog geen effectieve mogelijkheid gehad om deze getuige te ondervragen. Daarom verzet het OM zich niet tegen toewijzing van dit verzoek.
6. Horen van [getuige 5]Deze getuige zou de verklaring van verdachte over [getuige] kunnen bevestigen. Het OM stelt zich op het standpunt dat dit verzoek dient te worden afgewezen, nu door de verdediging onvoldoende concreet is onderbouwd hoe de verklaring van Oncel van belang is voor enige in de strafzaak tegen verdachte te nemen beslissing.

7. Toevoegen van reclasseringsrapporten aan het dossier

Het OM verzet zich niet tegen voeging van deze stukken.
Beoordeling van de onderzoekswensen
Het hof stelt vast dat de appelschriftuur tijdig is ingediend waardoor de verzoeken tot het horen van de getuigen dienen te worden beoordeeld aan de hand van het criterium van het verdedigingsbelang.

1. Horen van [getuige] als getuige

Het hof wijst dit verzoek toe. In het licht van de onderbouwing van het verzoek acht het hof het van belang om voornoemde getuige, nu deze getuige in eerste aanleg wel is toegewezen, maar nog niet is gehoord, opnieuw (proberen) te laten horen.

2. Horen van [getuige 2] , echtgenote van [getuige] , als getuige, en

3. Horen van [getuige 3] , zus van [getuige] , als getuige

Het hof wijst het verzoek tot het horen van deze getuigen af, nu onvoldoende is onderbouwd hoe het horen van deze getuigen relevante informatie kan opleveren voor enige in deze strafzaak te nemen beslissing.

4. Dhr. [naam] horen, verantwoordelijk voor het rapport van [bedrijf]

Deze getuige heeft zijn bevindingen al neergelegd in een rapport en komt daarbij tot de conclusie dat het het meest waarschijnlijk is dat sprake is geweest van brandstichting aan de achterzijde van het voertuig. Onvoldoende concreet is onderbouwd welke nadere informatie van deze deskundige aan enige in deze zaak te nemen beslissing kan bijdragen. Het verzoek tot het horen van deze getuige wordt daarom afgewezen.

5. Horen van [getuige 4] als getuige

Met het OM en om dezelfde redenen is het hof van oordeel dat verdachte belang heeft bij het horen van deze getuige. Dit verzoek wordt daarom toegewezen.
6. Horen van [getuige 5]Dit verzoek wordt toegewezen. In het licht van de onderbouwing van het verzoek acht het hof het van belang om voornoemde getuige, nu hij wel door de politie is bevraagd, maar nog niet gehoord in de zaak van verdachte, te horen zodat de verdediging in de gelegenheid gesteld wordt de getuige te bevragen.

7. Toevoegen van reclasseringsrapporten aan het dossier

Dit verzoek wordt toegewezen. De advocaat-generaal heeft reeds toegezegd de gevraagde rapporten aan het dossier te zullen toevoegen.
Voortgang van de behandeling van de zaak
Om de
klemmende redendat het zittingsrooster van het hof een eerdere behandeling van de zaak niet toelaat en de onderzoekshandelingen naar verwachting niet binnen een maand zullen zijn voltooid, zal het onderzoek langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden worden geschorst.

BESLISSING

Het hof:
Heropent het onderzoek.
-
wijst toehet verzoek tot het toevoegen van reclasseringsrapporten aan het dossier, voor zover deze betrekking hebben op het toezicht op de naleving van de voorwaarden in de tijd dat verdachte voorwaardelijk in vrijheid werd gesteld;
-
wijst toede verzoeken tot het horen van getuige
[getuige] , [getuige 4] en [getuige 5]als hierna vermeld;
-
wijst afde verzoeken tot het horen van getuige [getuige 2] , [getuige 3] , en [naam] ;
-
verwijst de zaak naar de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof om als getuige te horen:
o
[getuige], nadere gegevens mogelijk bekend bij de politie,
o
[getuige 4] ,geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , laatst bekende adres: [adres] en
o
[getuige 5] ,geboren op [geboortedatum] , adres onbekend.
Stelt de stukken daartoe in handen van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof.
Schorst het onderzoek ter terechtzitting voor bepaalde tijd, maximaal drie maanden, gelet op de klemmende reden dat het zittingsrooster van het hof een eerdere behandeling van de zaak niet toelaat en de onderzoekshandelingen naar verwachting niet binnen een maand zullen zijn voltooid, zal het onderzoek langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden worden geschorst.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van verdachte en aan de slachtoffers en hun advocaten.
Aldus gewezen door
mr. S. Taalman, voorzitter,
mr. J.P.H. van Driel van Wageningen en mr. J.M. Rowel-van der Linde, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.G.J. Berk, griffier,
en op 5 november 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Rowel-Van der Linde is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 5 november 2024.
Tegenwoordig:
mr. M.J. Vos, voorzitter,
mr. A. Hermelink, advocaat-generaal,
mr. R. Kaatman, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.