ECLI:NL:GHARL:2024:6853
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in hoger beroep wegens te late indiening van de appelschriftuur
In deze strafzaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, dat op 26 maart 2024 was gewezen. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar de appelschriftuur werd pas op 6 mei 2024 ingediend, terwijl dit binnen veertien dagen na het instellen van het hoger beroep had moeten gebeuren. Het hof heeft vastgesteld dat de indiening van de appelschriftuur te laat was en dat dit leidt tot niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in het hoger beroep. De advocaat-generaal had betoogd dat de inhoud van de appelschriftuur duidelijk maakte op welke gronden het hoger beroep was ingesteld en dat de termijnoverschrijding gering was. Echter, het hof oordeelde dat de officier van justitie de wettelijke termijnen dient na te leven en dat het belang van de niet-ontvankelijkheid in dit geval zwaarder weegt dan de behandeling van het hoger beroep. Het hof heeft daarom de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.