Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van een huurovereenkomst. De appellante, die in de woning van de geïntimeerde woont, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter. De geïntimeerde heeft de huur opgezegd wegens dringend eigen gebruik, omdat zij door persoonlijke omstandigheden niet langer in haar huidige woonsituatie kan blijven. De kantonrechter heeft de vordering van de geïntimeerde toegewezen en de huurovereenkomst beëindigd per 15 februari 2023, met een tegemoetkoming voor de appellante.
In hoger beroep heeft het hof de feiten en omstandigheden opnieuw beoordeeld. Het hof oordeelt dat de geïntimeerde voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij de woning dringend nodig heeft voor eigen gebruik. De appellante heeft de beëindiging van de huurovereenkomst betwist, maar het hof concludeert dat de belangen van de geïntimeerde zwaarder wegen dan die van de appellante. Het hof heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst per 1 juni 2024 zal eindigen, zodat de appellante voldoende tijd heeft om een nieuwe woning te vinden. De kosten van het hoger beroep zijn voor de appellante, die in het ongelijk is gesteld.