ECLI:NL:GHARL:2024:6794
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling en de goede trouw van de schuldenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanvraag van [appellant] voor de wettelijke schuldsaneringsregeling. [appellant], een alleenstaande man met drie kinderen, had eerder een faillissementsaanvraag ontvangen van zijn leverancier Q.K. Meats Ltd. en had op 8 juli 2024 de rechtbank verzocht om toelating tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank had dit verzoek op 29 augustus 2024 afgewezen, omdat [appellant] niet aannemelijk had gemaakt dat hij te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden in de drie jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift.
In hoger beroep heeft [appellant] zijn zaak toegelicht, waarbij hij stelde dat zijn financiële problemen voortkwamen uit het niet kunnen voldoen aan zijn verplichtingen door wanbetaling van zijn Ghanese afnemer White Volta. Het hof heeft echter geoordeeld dat [appellant] onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn claims te onderbouwen. Hij heeft geen documenten overgelegd die de ontstaansredenen van zijn schulden inzichtelijk maken, en de rechtbank had al opgemerkt dat de schuldenlijst niet compleet was. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] niet voldoende inzicht heeft gegeven in het ontstaan van zijn zakelijke schulden en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij te goeder trouw is geweest.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, waarmee de aanvraag voor de wettelijke schuldsaneringsregeling van [appellant] werd afgewezen. Dit arrest benadrukt het belang van transparantie en bewijsvoering in zaken die betrekking hebben op schuldsanering en de vereisten voor goede trouw van de schuldenaar.