In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder vrijgesproken van poging tot doodslag en zware mishandeling, maar de officier van justitie had hoger beroep ingesteld. De zaak betreft een steekincident dat plaatsvond op 5 september 2020, waarbij de aangever, [benadeelde], gewond raakte. Tijdens de vechtpartij, die ontstond na een conflict bij een restaurant, zou de verdachte met een mes een stekende beweging naar de aangever hebben gemaakt. Het hof heeft het bewijs tegen de verdachte beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte het letsel heeft toegebracht aan de aangever. De verklaringen van getuigen waren inconsistent en de signalementen kwamen niet overeen met de verdachte. Hierdoor heeft het hof de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Daarnaast is de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte is vrijgesproken van het handelen dat de schade zou hebben veroorzaakt. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan.