ECLI:NL:GHARL:2024:6730
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot gezamenlijk gezag afgewezen in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot gezamenlijk gezag van een vader over zijn minderjarige kind. De vader, die in hoger beroep ging, had eerder bij de rechtbank Noord-Nederland verzocht om gezamenlijk gezag met de moeder, maar dit verzoek was afgewezen. De vader had de rechtbank verzocht om gezamenlijk gezag, onder de voorwaarde dat zijn erkenning van het kind in stand bleef, en om een zorgregeling vast te stellen. De rechtbank had echter geoordeeld dat er een onaanvaardbaar risico bestond dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders, gezien de moeizame verstandhouding en communicatie tussen hen. Het hof heeft de eerdere beslissing van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het de afwijzing van het verzoek tot gezamenlijk gezag heeft bevestigd. Het hof heeft overwogen dat de ouders, ondanks hun bereidheid om aan hun communicatie te werken, nog een lange weg te gaan hebben voordat zij in staat zijn om samen beslissingen te nemen over het gezag van hun kind. De raad voor de kinderbescherming heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof, maar er werd geen noodzaak gezien voor een raadsonderzoek. De beslissing van het hof houdt in dat het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag wordt afgewezen, en dat de moeder het eenhoofdig gezag behoudt.