ECLI:NL:GHARL:2024:6475
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen overdracht van gevangenisstraf aan Letland
In deze beschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 7 oktober 2024, wordt het bezwaar van de veroordeelde tegen het voornemen van de minister voor Rechtsbescherming om zijn gevangenisstraf over te dragen aan Letland ongegrond verklaard. De veroordeelde, die in Nederland gedetineerd is, is eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar voor het medeplegen van moord. Het hof overweegt dat de veroordeelde geen verblijfsrecht meer heeft in Nederland en dat zijn re-integratie in de Nederlandse maatschappij niet mogelijk is. De minister heeft de beslissing genomen om de rechterlijke uitspraak aan Letland te zenden, met het oog op de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf aldaar. Het hof heeft daarbij gekeken naar de detentieomstandigheden in Letland en de resocialisatieperspectieven van de veroordeelde. Het hof concludeert dat de minister in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen, ondanks de zorgen over de detentieomstandigheden in Letland. Het hof benadrukt dat de minister pas tot overbrenging mag overgaan nadat er concrete garanties zijn ontvangen van de Letse autoriteiten dat de veroordeelde niet zal worden blootgesteld aan onmenselijke of vernederende behandeling. De beschikking is gebaseerd op de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (WETVVS).