In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 oktober 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 20 december 2022. De rechtbank had eerder de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen veroordeeld tot vergoeding van proceskosten tot een bedrag van € 538, nadat de heffingsambtenaar de WOZ-beschikkingen en de aanslagen onroerendezaakbelasting had vernietigd. Belanghebbende had hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij de heffingsambtenaar een verweerschrift indiende.
Tijdens de zitting op 24 september 2024 kwamen partijen tot overeenstemming over de proceskostenvergoeding. Ze stelden gezamenlijk dat de heffingsambtenaar een bedrag van € 2.500 aan belanghebbende zou vergoeden, inclusief de kosten van de taxateur en rechtsbijstand in beroep. Het Hof oordeelde dat het hoger beroep gegrond was en vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank voor wat betreft de beslissingen omtrent de vergoeding van kosten van de taxateur en proceskosten in beroep, terwijl de overige beslissingen werden bevestigd.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is op 16 oktober 2024 verzonden. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.