Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[naam]
1.[belanghebbende 1]
[belanghebbende 2]
[belanghebbende 3]
[belanghebbende 4]
[belanghebbende 5]
[belanghebbende 6]
[bedrijfsnaam belanghebbende 6] Budgetbeheer, bewindvoering en curatelen
[zoon van erflaatster]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met vermeerdering van eis en incidentele vordering ex artikel 843a Rv;
- de memorie van antwoord in het incident.
2.De kern van de zaak
- ten aanzien van de percelen landbouwgrond vastgelegd dat sprake is van een reguliere pachtovereenkomst tussen de erven [familienaam erflaatster] (als verpachter) en [geïntimeerde] (als pachter) met ingang van 1 januari 2013, voor onbepaalde tijd, voor een prijs van € 1.450;
- ten aanzien van de bedrijfsgebouwen vastgelegd dat sprake is van een reguliere pachtovereenkomst tussen de erven [familienaam erflaatster] (als verpachter) en [geïntimeerde] (als pachter) met ingang van 1 januari 2014, voor onbepaalde tijd, voor een prijs van € 1.370;
- voor recht verklaard dat op beide pachtovereenkomsten de bepalingen met betrekking tot hoevepacht van toepassing zijn vanaf 1 januari 2014, met dien verstande dat beide overeenkomsten per die datum voor de duur van twaalf jaren zijn gaan gelden, dus tot 1 januari 2026;
- de erven [familienaam erflaatster] veroordeeld om de landbouwgronden en de bedrijfsgronden vrij ter beschikking te stellen aan [geïntimeerde] .