Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Het onderzoek van de zaak
Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht
- de verdachte vrijgesproken van het primair aan hem ten laste gelegde feit;
- de verdachte ter zake van het subsidiair aan hem ten laste gelegde feit veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met aftrek van de periode die is doorgebracht in voorarrest en met een aantal bijzondere voorwaarden;
- de onder de verdachte in beslag genomen computer verbeurdverklaard;
- de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, te weten tot het bedrag van de gevorderde materiële schade van
De tenlastelegging
Vrijspraak van hetgeen primair is ten laste gelegd
Bewijsoverweging van hetgeen subsidiair is ten laste gelegd
nietde zalf op zijn vinger had wanneer hij aan zijn vinger likt en (vervolgens) aan haar plasser gaat friemelen.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat de verdachte zich gedurende acht maanden schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontucht met zijn kleindochter [benadeelde] , die destijds zes jaren jong was. Door zijn handelen heeft de verdachte op ontoelaatbare wijze misbruik gemaakt van het overwicht dat hij als volwassene op zijn kleindochter had en is hij ernstig tekortgeschoten op de dagen dat [benadeelde] aan hem als opa was toevertrouwd. De verdachte heeft de belangen van zijn kleindochter veronachtzaamd en heeft door aldus te handelen een ernstige inbreuk gemaakt op haar lichamelijke integriteit, hetgeen in het algemeen als zeer ingrijpend wordt ervaren en nadelige psychische gevolgen van meestal lange duur mee kan brengen.
In beslag genomen voorwerp
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 2.533,84 (tweeduizend vijfhonderddrieëndertig euro en vierentachtig cent) bestaande uit € 33,84 (drieëndertig euro en vierentachtig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.