Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- alsnog te bepalen dat de waarde van de beleggingsverzekering tussen partijen bij helfte dient te worden verdeeld;
- te bepalen dat de man aan haar dan wel aan de gemeenschap € 33.922,88 dient te betalen en om de man te gebieden zijn aandeel in de vaste lasten van alle panden van € 4.240,36 per maand te blijven voldoen vanaf september 2022 tot aan de verdeling van die panden;
- alsnog te bepalen dat de rekening-courantschuld aan [naam2] GmbH volledig aan de man wordt toebedeeld.
- het appartement en de parkeerplaats in [plaats1] aan hem toe te delen;
- de vrouw te veroordelen om binnen een week na betekening van de beschikking van het hof hem de sleutels van het appartement in [plaats1] ter beschikking te stellen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500 voor iedere dag dat de vrouw daarmee in gebreke blijft;
- vast te stellen dat de vrouw jegens hem aansprakelijk is voor de rekening-courantschuld bij [naam2] GmbH;
- de man te machtigen om de echtelijke woning in [woonplaats1] (Duitsland) en de panden in [plaats2] , [verblijfplaats1] en [plaats3] (Duitsland) zonder medewerking van de vrouw te kunnen verkopen en te leveren (met betrekking tot de echtelijke woning zo nodig met behulp van de sterke arm der wet), en te verstaan dat de beschikking van het hof in de plaats komt van de toestemming en/of handtekening van de vrouw voor verkoop en levering.
5.De motivering van de beslissing
6.De slotsom
7.De beslissing
- bepaalt dat de man zo nodig binnen twee weken na de datum van deze beschikking contact opneemt met makelaarskantoor [naam3] om opdracht te geven een taxatie te verrichten en dat het appartement en de parkeerplaats vervolgens zo spoedig mogelijk en het liefst binnen twee weken getaxeerd moeten worden;
- bepaalt dat als peildatum voor de waardering de datum van de taxatie geldt en dat makelaarskantoor [naam3] de waarde van het appartement en parkeerplaats dient te bepalen als beleggingsobject en in de staat waarin het appartement en de parkeerplaats zich bevinden op de datum van de taxatie (verhuurd of onverhuurd);
- bepaalt dat zodra de taxatie heeft plaatsgevonden, de man binnen een week gerekend vanaf de datum van het taxatierapport schriftelijk kenbaar maakt aan de vrouw of hij het appartement en de parkeerplaats voor de door de makelaar vastgestelde waarde wil overnemen;
- stelt de man vervolgens gedurende drie maanden in de gelegenheid om de financiering en de levering van het appartement en de parkeerplaats rond te krijgen en ervoor te zorgen dat de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld wordt ontslagen en de eventuele helft van de overwaarde aan de vrouw te voldoen;