Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
[de pleegvader],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties in de zaak met zaaknummer 200.342.582, ingekomen op 12 juni 2024;
- in de zaak met zaaknummer 200.342.582 een wijziging van het verzoek in hoger beroep;
- het beroepschrift met producties in de zaak met zaaknummer 200.342.584, ingekomen op 12 juni 2024;
- twee afzonderlijke verweerschriften van de GI met producties;
- een journaalbericht namens de moeder van 24 juli 2024 met een productie.
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door mr. S. Ben Ahmed, die waarneemt voor mr. Van der Zwan;
- twee vertegenwoordigers van de GI;
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
3.De feiten
- de ondertoezichtstelling van [de minderjarige1] verlengd tot 21 maart 2025; en
- de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige1] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 21 september 2024.
4.De omvang van het geschil
- primairte bepalen dat [de minderjarige1] bij de moeder wordt geplaatst;
- subsidiairte bepalen dat [de minderjarige1] bij de vader (ouder met gezag) wordt geplaatst; of
- meer subsidiairte bepalen dat [de minderjarige1] in een netwerkpleeggezin, namelijk bij de broer en schoonzus van de vader, wordt geplaatst.