ECLI:NL:GHARL:2024:5871
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verlenging ondertoezichtstelling van minderjarigen na afwijzing door de kinderrechter
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 september 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Overijssel (hierna: de GI), had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling, die oorspronkelijk was opgelegd door de kinderrechter in de rechtbank Overijssel op 11 juli 2024. De kinderrechter had het verzoek van de GI afgewezen, waarop de GI in hoger beroep is gegaan. De vader van de minderjarigen voerde verweer en stelde dat de GI niet-ontvankelijk was in haar verzoek, omdat de ondertoezichtstelling op 17 juli 2024 van rechtswege was geëindigd. Het hof oordeelde echter dat de GI ontvankelijk was in het hoger beroep, omdat zij tijdig had geappelleerd binnen de wettelijke termijn van drie maanden na de eindbeschikking van de kinderrechter. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de ernstige ontwikkelingsbedreiging van de minderjarigen door het gebrek aan contact met hun moeder. Het hof heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is en heeft de beschikking van de kinderrechter vernietigd, waarbij het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar is toegewezen.