In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 september 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de beschikking van de rechtbank Gelderland van 14 december 2023, waarin was bepaald dat de man € 51,- per kind per maand zou betalen. De vrouw verzocht het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en een hogere alimentatie van € 231,- per kind per maand vast te stellen, met ingang van 30 mei 2023.
De procedure in eerste aanleg had betrekking op de wijziging van het ouderschapsplan dat was opgesteld bij de echtscheiding in 2015. De man en de vrouw zijn de ouders van drie minderjarige kinderen, die bij de vrouw wonen. In het ouderschapsplan was aanvankelijk afgesproken dat de man € 25,- per kind per maand zou betalen, maar in 2020 was dit bedrag mondeling verhoogd naar € 150,- per maand voor alle kinderen samen. De rechtbank had in de bestreden beschikking geoordeeld dat de man met ingang van 30 mei 2023 € 51,- per kind per maand moest betalen, wat de vrouw betwistte.
Het hof oordeelde dat de vrouw ontvankelijk was in haar verzoeken en dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden die een herbeoordeling van de kinderalimentatie rechtvaardigden. Echter, het hof concludeerde dat de man niet in staat was om een hogere bijdrage te betalen dan het door de rechtbank vastgestelde bedrag. De man had zijn inkomen verminderd door de overname van een sportschool en leefde van het inkomen van zijn partner. Het hof oordeelde dat de behoefte van de kinderen ongewijzigd bleef en dat de man met zijn huidige inkomen niet meer kon bijdragen dan het vastgestelde bedrag. De grieven van de vrouw werden afgewezen en de beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd.