Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Overweging met betrekking tot het bewijs
ingegaan.
- dat hij verdachte naar zijn kamer hoorde gaan;
- dat er maximaal vijf minuten zaten tussen het moment dat verdachte naar boven liep en dat het brandalarm afging;
- dat het tijdstip dat verdachte naar boven liep ook iets eerder kan zijn geweest dan 10.20 uur, te weten maximaal vijf minuten;
- dat het een gehorig gebouw is en hij verdachte de trap op hoorde lopen en de kamer binnen hoorde gaan, omdat dat boven zijn, getuiges, hoofd gebeurde;
- dat er een tijdsbestek van twee tot vijf minuten lag tussen het moment dat verdachte de gang opliep en het moment waarop verdachte zijn kamer betrad;
- dat het even duurde voordat hij, getuige, het brandalarm hoorde;
- dat er een tijdsbestek van maximaal twee tot drie minuten zat tussen het moment dat verdachte zijn kamer in ging en dat het brandalarm afging.
- gelet op het aangetroffen brand- en schadebeeld, daarbij rekening houdend met informatie met betrekking tot het brandbeeld evenals de opgedane expertise op het gebied van brandgedrag en -ontwikkeling, kon worden vastgesteld dat de brand in de woonruimte van het object (woonunit B. [nummer] ) was ontstaan;
- een technisch verklaarbare oorzaak vanuit de aanwezige standaard geleverde en/of overige apparatuur niet aannemelijk is;
- de oorzaak van de brand kan worden gezocht binnen het spectrum van opzet en/of schuld.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.
geldboetevan
€ 600,00 (zeshonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis.