ECLI:NL:GHARL:2024:5798
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van veroordeling in hoger beroep na overval op ijzerhandel
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 september 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 2004, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren voor zijn betrokkenheid bij een overval op een ijzerhandel in Farmsum. De rechtbank had op 22 november 2023 geoordeeld dat de verdachte schuldig was aan de tenlastegelegde feiten en had naast de gevangenisstraf ook gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregelen opgelegd, zoals bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht. Tevens was er een schadevergoeding van € 9.930,76 toegewezen aan de benadeelde partij, bestaande uit materiële en immateriële schade.
Tijdens de zitting van het hof op 30 augustus 2024 is het hoger beroep behandeld. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van vijf jaren geëist, met dezelfde maatregelen als eerder opgelegd. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte die door zijn raadsman, mr. B.P.J. van Riel, naar voren zijn gebracht.
Het hof heeft geconcludeerd dat de rechtbank op juiste wijze heeft beslist en heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd. De argumenten van de verdachte en zijn raadsman hebben het hof niet overtuigd om tot een andere beslissing te komen. Het hof heeft de beslissing op 13 september 2024 openbaar uitgesproken, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren.