Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.Het oordeel van het hof
Het hof stelt vast dat dit(hof: besteding van de gelden uit de lening bij de Direktbank aan de verbouwing)
vooralsnog niet uit het door de man overgelegde overzicht van de door hem verrichte werkzaamheden (productie H2) en het door de man overgelegde uittreksel uit het Kadaster (productie 2 eerste aanleg) is af te leiden.Het hof constateert dat de man in zijn akte van 6 februari 2024 geen nadere bewijsstukken heeft overgelegd of zijn stelling nader heeft onderbouwd. De man volstaat met een verwijzing naar reeds overgelegde stukken. Dat betekent dat de man er niet in is geslaagd om zijn stelling voldoende te onderbouwen dat de geleende gelden zijn gebruikt voor de verbouwing van de woning, terwijl de vrouw deze stelling gemotiveerd heeft betwist, zodat de man ook niet in het tegenbewijs is geslaagd.