Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
20 december 2023 wordt geschorst totdat op het hoger beroep is beslist. Ter onderbouwing van deze vordering voert zij aan dat haar belang om de uitkomst van het hoger beroep af te wachten en niet tot verkoop van (met name) de boerderij aan de [adres] 2 over te gaan, groter is dan het belang van [geïntimeerde] bij verkoop van de woning. De rechtbank is er volgens haar abusievelijk vanuit gegaan dat [appellante] met de fiscus moet afrekenen en dat daarvoor onvoldoende middelen voorhanden zijn, zodat verkoop van de percelen noodzakelijk is. Ook merkt [appellante] op dat tot op heden geen gevolg is gegeven aan het bestreden vonnis.
nuafgerekend hoeft te worden en dat de belastingbetaling kan worden uitgesteld, zal zo zijn, maar [appellante] laat na aan te geven hoe deze betalingen op een later moment wel kunnen worden gedaan. Verkoop van de percelen is dan ook de enige reële optie. Daar komt bij dat de percelen gezamenlijk meer op zullen leveren. Ook lopen de kosten van de boerderijen door, terwijl er geen inkomsten zijn. De financiële situatie wordt daardoor onhoudbaar. Verder heeft de verzekeraar aangekondigd dat de opstal op de [adres] 3 vanaf 1 januari 2025 niet langer verzekerd is. Ten slotte voert [geïntimeerde] nog aan dat hij heeft geprobeerd om afspraken te maken over de verdeling en afwikkeling van de maatschap, maar dat [appellante] elke medewerking heeft geweigerd.
4.De beslissing
dinsdag 15 oktober 2024voor het nemen van de memorie van antwoord van de zijde van [geïntimeerde] ;
3 september 2024.