ECLI:NL:GHARL:2024:5562
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. van der Zee-Venema
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van sancties opgelegd aan kentekenhouder voor rijden op trottoir en voetpad in het kader van digitale handhaving
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een betrokkene die als kentekenhouder een sanctie van € 150,- opgelegd kreeg voor het rijden op het trottoir, voetpad, fietspad of ruiterpad, gepleegd op 12 april 2022 in Enschede. De betrokkene had eerder in korte tijd vier sancties ontvangen, waarvan er drie reeds waren vernietigd. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.
De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat de sancties in strijd waren met het Beleidskader digitale handhaving, dat voorschrijft dat per week maximaal één beschikking per kenteken geregistreerd mag worden. Het hof oordeelde dat, omdat de kantonrechter de andere drie sancties had vernietigd, er nog maar één beschikking overbleef, waardoor er geen strijd met het Beleidskader was. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af, waarbij het betoog van de gemachtigde over het gelijkheidsbeginsel en discriminatieverbod niet werd gehonoreerd.
Het hof concludeert dat de sanctie terecht is opgelegd en dat de procedure correct is verlopen, waarbij de betrokkene voldoende gelegenheid had om zijn gedrag aan te passen. De beslissing van de kantonrechter blijft in stand, en er is geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.