Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De motivering van de beslissing
- de totale tegenprestatie voor de woning is € 543.476,41; de helft daarvan is € 271.738,21;
- het aandeel van de vrouw in de tegenprestatie uit haar eigen vermogen is € 256.971,81; de helft daarvan is € 128.485,91;
- de waarde van de woning nu is € 800.000; de helft daarvan is € 400.000.
), verhoogd met de eventueel op grond van de overeenkomst verschuldigde rente en de reeds vervallen termijnen van de aanneemsom, zijn door Koper sub 2.b. (de vrouw, toevoeging Hof
) voldaan door storting op een rekening van mij notaris; verkoper verleent aan Koper kwijting ter zake. Koper verklaart dat deze gelden afkomstig zijn uit een schenking aan koper sub 2.b., voor welke schenking een uitsluitingsclausule geldt, en welke schenking derhalve niet valt in de gemeenschap van goederen welke tussen koper 2.a. (de man, toevoeging Hof
) en koper 2.b. bestaat.